Gaat het knallen? Of wordt ‘alleen maar’ vriendelijk het feit gemeld; de reden voor de viering? Of wordt er in allerlei bochten omheen gedraaid? Zo van: Jezus is natuurlijk niet lichamelijk opgestaan, Hij leeft voort in onze daden en in ons geloven.

Over dit laatste: Het verbaast mij nogal eens, dat wij, in ‘onze wijsheid’, de dingen die we niet begrijpen wegpoetsen met mooie – vaak psychologische – verklaringen. Zoiets als: Wat ik niet kan begrijpen, hoef ik ook niet te geloven. Het is de ‘bezemwagen’ waar sommige theologen de geloofsfeiten in opbergen waarvan zij menen te kunnen vaststellen dat ze achterhaald zijn. 

En ‘vriendelijk vermelden’? Zou het de bedoeling van het Paasfeest zijn, dat wij met gepaste dankbaarheid vaststellen dat Jezus is opgestaan? Om daarna een kop koffie te nemen en weer over te gaan tot de orde van de dag? Gaat dat niet voorbij aan de betekenis van de gebeurtenis? Aan de overwinning van satan, van zijn macht, van de machteloos makende en uitzichtloze dood? Wie het daarbij laat, bij het constateren van wat er in

de verhalen wordt verteld, sjokt voort door de geschiedenis, zoals iemand die niet kan zien en niet kan ruiken door de Keukenhof zou kunnen sjokken.

Maar wat dan? Wat mag er van ons verwacht worden vanwege Pasen?

Het gaat om gedenken. En gedenken heeft drie lagen. Allereerst is er het terugkijken naar wat geweest is, naar wat er is gebeurd. Jezus is gestorven – in onze plaats droeg Hij onze opstand tegen en onze onverschilligheid ten aanzien van God. Jezus is begraven. Hij is het dodenrijk binnengaan en is er uit teruggroepen. Hij was niet te houden en heeft zodoende de weg naar de vrijheid om als kinderen van God te leven opengebroken. Hij heeft zich daarna laten zien en horen. Paulus schrijft dat er rond het midden van de eerste eeuw nog wel vijfhonderd mensen in leven zijn die Jezus hebben gezien na de opstanding. Hoezo zijn twee getuigen in de joodse rechtspraak genoeg? God geeft een menigte. Dan komt de vraag wat dat allemaal nu betekent. Vrijheid, vrede en hoop. Dat is wel het minste wat daarover gezegd kan worden. Kinderen en medewerkers van God zijn wij geworden door het geloof. Mensen, aan wie de kracht van de Geest gegeven wordt, om door te kunnen gaan met het werk waar Jezus mee begon. Koningskinderen zijn we, wetend dat de Koning met ons is en dat ons nog zo verschrikkelijk veel goeds, moois, rechtvaardigs, te wachten staat.

En dat is de derde laag: de toekomst.

Daarom, om dat allemaal, hoort Pasen een ‘knallend’ feest te zijn. Een feest van verwondering en intense dankbaarheid. Een feest van gedenken: wat deed hij voor ons, wat doen wij daarmee en wat staat ons te wachten?

Het gaat om zoveel meer dan het begin van de lentebloesem. Om zoveel meer dan goede voornemens. Om zoveel meer zelfs dan de weg naar de hemel die nu open ligt.

Het gaat er om dat wij bevrijd zijn om onze Bevrijder te volgen en met Hem mee te doen.