En nu? Na Pinksteren? Gaan we verder met de opbloei van de kerk? Al dat Goede Nieuws, dat er op wacht om ‘losgelaten’ te worden, weten we er weg mee?

Het is grappig om te bedenken hoe voor ons de dienst met Pinksteren vaak in het teken van de zending staat. Inclusief collecte voor het missionaire werk. Het lijkt alsof tegen ons wordt gezegd: ‘Geef, dan kunnen wij verder werken’. Terwijl Jezus tegen ons allemaal zei: ‘Ontvang, dan kun je aan de slag’. Ik hoop echt, dat de pinkstercollecte een heel goede is geweest (anders kunt u natuurlijk alsnog overmaken). De steun, die wij geven aan kerken in de rest van de wereld, is vaak hard nodig. Daar zijn de plaatsen waar de kerk groeit en waar de kerk nogal eens een grote maatschappelijke invloed heeft. Daar geeft het Evangelie mensen hoop en de moed om - dwars door alle tegenslag heen - door te zetten. Daar kost het geloof soms veel. Mensen worden uitgestoten en soms zelfs vermoord vanwege hun geloof in Jezus. ‘Geheime gelovigen’ en andere eenzame gelovigen, in landen waar het christendom als vreemd, westers en/of ongewenst wordt gezien, hebben alle steun en bemoediging nodig. Maar ook daar waar godsdienstvrijheid werkelijk bestaat is ondersteuning nodig. Vooral op het terrein van de toerusting. De opleiding van predikanten, evangelisten en andere kerkelijke werkers vraagt onze hulp nogal eens. Men kan hier en daar het werk nauwelijks aan vanwege de groei van de kerk.

Dus is die Pinkstercollecte een goede zaak.

Maar dat andere blijft net zo goed belangrijk. Die belofte en die opdracht van Jezus om te ontvangen en te doen. Discipelen maken, dopen en leren leven als christen. Hoe doen we dat? Hoe zijn we daar mee bezig? Zelf, maar ook als kerk. Dopen wil wel, en wat dat leren betreft hebben we catechese en kringenwerk. Maar hoe effectief is het allemaal? Zou het kunnen zijn, dat er een probleem zit in het ‘discipelen maken’? Dat heeft te maken met het aanleren (en niet als gewoonte alleen, maar van binnenuit) van een christelijk levensstijl. Wanneer we het daarover hebben, bekruipt ons toch al snel het gevoel dat we niet fanatiek moeten worden. Niet overdreven gaan doen. En dat is ook zo. Maar is dat het antwoord op de vraag of wij discipelen, leerlingen zijn zoals Jezus het bedoelde? Ik weet natuurlijk niet hoe u dat hebt, maar mij valt het niet mee om te ontdekken wat christelijke – of geloofsdiscipline is en daarbij toch een vrij mens te blijven. Vrij in de zin van niet krampachtig of bekrompen. Maar dat het de moeite waard is om er over na te denken en dingen uit te proberen lijkt mij volstrekt duidelijk.

Dat zou kunnen beteken, dat Pinksteren pas werkelijk tot zijn ‘feestrecht’ komt wanneer wij serieus nemen wat Jezus heeft gezegd. En dan hebben we denk ik nog heel wat voor de boeg.