Dezer dagen verkeer ik in de gelukkige, maar zo nu en dan ook behoorlijk inspannende omstandigheid, dat onze kleinkinderen bij ons logeren. Zij wonen en groeien op in een land hier ver vandaan. De oudste van de twee is op een leeftijd dat een deel van wat zij zegt volstrekt onverstaanbaar is. Echter, de woorden die wel verstaanbaar zijn klinken in drie verschillende talen: Engels, Arabisch en Nederlands. De omschakeling van de ene taal naar de andere is vaak verbluffend. Zegt zij, wijzend naar een vogel, ’batta’, dan zegt ze met veel gemak direct daarop de woorden ‘bird’ en ‘vogel’ na. Zo leren wij ook nog wat Arabisch. Je weet nooit waar het nog eens goed voor kan zijn.

Deze taalexplosie is heel wat onschuldiger dan die uit het verhaal van Babylon. Daar vervreemdden de mensen van elkaar zodra zij elkaar niet meer konden verstaan. Die situatie lijkt heel wat meer op waar wij mee te maken hebben, in onze samenleving en binnen de christenheid.

Wij struikelen over woorden en uitdrukkingen. We voeren kerkelijke procedures over een God ‘die niet bestaat’. Het was trouwens voor mij verrassend, dat er in de kring van de schrijver van een boek over dat onderwerp, kennelijk nog mensen waren die meenden dat God bestaat zoals wij bestaan. Ik had verwacht dat men daar (de vrijzinnige stroming binnen de kerk) zo langzamerhand wel wist dat God de ‘totaal Andere’ is. Woordenstromen zijn het die heel wat misverstanden oproepen, terwijl ze bedoeld schijnen te zijn om deze juist uit de weg te ruimen.

Wij huiveren bij woorden als ‘bloed’ en ‘kruis’. Ze lijken niet meer te passen in een zachte samenleving als de onze. Terwijl het toch kernwoorden zijn in het Evangelie.

En wat dacht u van een woord als ‘bekering’? Voor de ene christen betekent het dat deze zijn leven toevertrouwt aan God, geraakt door het offer van Jezus. Voor de andere christen houdt het veel meer in dat deze de zorg voor medemens en schepping eindelijk serieus gaat nemen. En het schijnt nog altijd voor veel mensen lastig te zijn om deze twee mogelijkheden te combineren.

Zullen we het dan maar niet meer hebben over ‘wedergeboorte’? Een woord dat zelfs voor veel trouwe gelovige kerkgangers een raadsel is. En nooit heb ik zoveel horen zuchten onder hen als bij de vraag wie de heilige Geest is.

Over ‘connotation words’ wordt er in het Engels gesproken. Je gebruikt hetzelfde woord, maar bedoelt allebei iets anders. Babylon tot leven gewekt.

Jammer genoeg is het aanleiding tot veel misverstand, verwijdering en gedoe binnen de kerk. Het is kennelijk lastig om elkaar de ruimte te geven, zodat ieder vanuit de eigen betrokkenheid op Jezus Christus, God en de naaste kan liefhebben en dienen. Want was dat niet waar het uiteindelijk om gaat volgens Jezus? Wat zou het er in de kerk en in de samenleving anders – en vrolijker – uit zien wanneer we meer moeite zouden doen om elkaar te gaan begrijpen en van elkaars ‘taal’ te leren.