De krant vanmorgen. Een interview met Erik van Muiswinkel, de cabaretier. Hij hield op 28 november in Amsterdam ‘de preek van de leek’. Als kop stond boven het artikel: God als Sinterklaas en Christus als pieterbaas.

Vanaf zijn 12e jaar volgt Erik het voorbeeld van zijn ouders. Die geloofden het wel, maar gingen nog naar de kerk ‘omdat het hoorde’. Zelf stopte hij er toen mee. In het gesprek wekt hij de indruk dat het christelijke geloof bestaat uit ‘een goed leven leiden en aan het eind beoordeeld worden’.

Wanneer dat het inderdaad zou zijn, is de vergelijking met Sinterklaas een hele goede. Zo hebben we het immers geleerd: wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe. Het is de moraliserende wereld van de 19e eeuw. Spreek je baas nooit tegen en kinderen wees je ouders in alles gehoorzaam.

Maar is het geloof zo leeg? Gaat het om gehoorzaamheid en braaf zijn? Gaat het om rituelen? Of dat nu pepernoten zijn of kerkgang, is dat het?

Voor Van Muiswinkel blijft het in onze tijd bij de ‘hang naar gezamenlijkheid’. Hij noemt het voorbeeld van voetbalfans, studenten- verenigingen, ouders met verklede kinderen bij de binnenkomst van Sinterklaas. Zo zou je ook het (nog) bestaan van kerkelijke gemeenschappen kunnen verklaren.

Maar is zijn idee juist over wat het is om christen te zijn?

De cabaretier beschrijft het geloof als een gebeurtenis. Te vergelijken met de intocht van de Sint of een sportwedstrijd. Maar wanneer hij vertelt wat hij zelf gelooft, noemt hij een levensbeschouwing; het darwinisme. Dat begrip heeft diverse betekenissen en ik weet niet wat hij precies bedoelt. Het zal er wel om gaan dat er geen God staat aan het begin van alles. En hij komt uit voor zijn ‘geloof’, want hij noemt zich ‘militant’. Hij strijdt er dus voor.

Nu is het christelijke geloof zeker gebaseerd op gebeurtenissen en het houdt ook allerlei rituelen in. Het vraagt ook, dat je gelooft wat je wordt verteld (ook al moet je daarbij wel kritisch blijven). Tot zover gaat de vergelijking met de Sint wel op. Maar daar stopt het ook.

Het verschil wordt gevormd door wat van Muiswinkel en zijn ouders kennelijk niet hebben ontdekt. Zelf zegt hij van zijn ouders dat ‘het geloof bij hen nooit echt geworteld is geraakt’.

Wat het verschil dan is?

Het gaat niet over de vraag hoe de wereld en alles daar op en daar in is ontstaan. Het gaat niet om het leiden van een goed leven zonder meer en om de beoordeling daarvan.

Het gaat om een relatie. Jezus zocht geen braveriken en toeschouwers. Hij kwam om ons mensen terug te brengen naar waar we thuishoren. En dat is in een relatie met de Levende (de Sint is al eeuwen dood). In een relatie met God, als zijn kinderen. In een relatie met Jezus, als zijn leerlingen, die verder gaan met waar hij mee begon. Een relatie van liefde, van een Vader met zijn kinderen. En wie zo gelukkig is in die relatie terecht te komen, weet het verschil tussen spel en werkelijkheid.