Is voor u Advent alleen de tijd waarin wij toeleven naar Kerst? Dat is natuurlijk allang mooi. Bewust een aantal weken bezig zijn met de betekenis van dat feest. Dat feest, waarmee wij gedenken dat God naar ons heeft omgezien in Jezus. De Heer kon niet meer nabij zijn dan door die daad. Dat feest, waarbij zo ongeveer iedereen, gelovig en minder gelovig, beleeft wat het kan betekenen om samen te zijn. Een feest van warmte en omzien naar elkaar. Het is echt de moeite waard.

Maar er is meer. De tweede toon die meeklinkt in de dagen van Advent is er ook nog. Dan gaat het om de belofte, dat Jezus terugkomt. Hier en daar zal er wel iemand zijn die daarbij het gevoel krijgt: Het zal wel. Ook niet onbegrijpelijk. De dichter van Spreuken liet al weten, dat ‘een langgerekt hopen het hart ziek maakt’ (NBG 1951). En de Nieuwe Bijbelvertaling noemt het: ‘Almaar onvervulde hoop maakt ziek’.

Maar dan was er in ieder geval nog hoop.

Ik krijg wel eens de indruk dat het daaraan ontbreekt wanneer het gaat over de terugkomst van Jezus. Het is nogal onwezenlijk. Wie staat er bij stil?

Alhoewel – de laatste tijd kreeg ik weer eens een paar keer de vraag of ik vond dat we in de eindtijd terecht zijn gekomen. En dat is de tijd vlak voor de komst van Jezus. Maar dan bleek ook dat men zich wel zorgen maakte over de ‘oorlogen en geruchten van oorlogen’ en over ‘de liefde die verkilt’, maar dat het wenkende perspectief van Jezus eigenlijk geen rol speelde. Het was bezorgdheid over en soms zelfs angst voor de ontwikkelingen in de wereld.

Die gevoelens zijn goed te begrijpen. Ik denk ook wel eens wanneer de zoveelste ramp over het scherm glijdt: ‘Laat komen Heer uw Rijk …’

Je voelt je soms zo machteloos bij alle onrecht en onverschilligheid.

En dan is er ook nog onze gehechtheid aan het leven. Je wilt je kleinkinderen graag zien opgroeien. Je hebt nog zoveel plannen. Wat moet je dan met de wederkomst? Het is dubbel en ik denk dat de Here God dat heel goed begrijpt. Hij heeft ons per slot van rekening ook dit leven, deze aarde met alles er op en er aan, gegeven.

Dat dubbele, die spanning, is misschien wel het beste te verdragen door te doen wat Jezus heeft gezegd. Omzien naar gevangenen, zieken bezoeken, enz. Je leest het in Matteüs 25. Wat betekent dat anders, dan dat Jezus ons vraagt om door te gaan met de dingen die hij deed toen hij hier was. Bezig zijn met zijn werk, zou dat kunnen helpen om de verwachting van zijn komst levend te houden?

Hoe dan ook, het lijkt me tragisch wanneer wij bij die feestelijke intocht die ons te wachten staat helemaal niet meer stilstaan. Teleurstellend misschien voor hem die zoveel voor ons heeft gedaan. Dat Kind van Betlehem, dat Man van Golgota is geworden.

Het lijkt me zinvol om daar in deze weken ook over na te denken.