Hij was verbaasd, toen hij het hoorde. Een moslimjongere in Israël was in gesprek geraakt met een Nederlandse toeriste.  Verbaasd, over het feit dat ook blanken liederen zongen in hun erediensten. Hij dacht, dat alleen zwarte christenen dat deden. Verbaasd ook over het feit dat er christenen waren die wel zeven keer per dag een gebed uitspraken: drie keer voor en drie keer na de maaltijd en dan ’s avonds nog eens. En dan ook nog een paar keer per dag uit hun ‘heilige boek’ lazen.

De oude calvinistische gebruiken, kunnen dus nog een behoorlijk verbazingwekkend effect opleveren. Voor deze jongeman werd het in ieder geval duidelijk, dat de ‘ongelovigen’ niet allemaal even slordig omgingen met hun overtuiging.

Maar er is nog een andere kant aan een dergelijk verhaal. Ik hoor soms (kerk)mensen in mijn omgeving zeggen, dat ze groot respect hebben voor de toewijding waarmee andersgelovigen hun rituelen uitvoeren. Mij bekruipt dan wel het gevoel, dat men niet in de gaten heeft wat de eigen gebruiken zoal inhouden. En de mensen die dergelijke opmerkingen maken, zijn zeker niet altijd gelovigen van wie het geloof is afgekalfd. Men is zich alleen vaak niet bewust van het eigen gedrag en van de regelmaat waarmee God wordt gezocht en aangesproken.

Natuurlijk zijn er ook christenen bij wie de regelmaat van gebed, Bijbellezing en viering is versleten. Zoals er ook moslims zijn die gemakkelijk omgaan met wat aan hen door Koran en traditie is voorgeschreven.  Bij ons is het geen voorschrift, maar wie vasthield aan wat we van huis uit meekregen, zal ook ontdekken hoe dit niet alleen in de loop van de eeuwen zijn waarde heeft bewezen, maar dat nog altijd doet.

 Hoewel: waarde?

Wanneer wij bidden, lezen en vieren vraagt dat wel betrokkenheid, concentratie. Anders kan het verworden tot weinig meer dan een ingesleten en versleten gewoonte. Tot iets dat niet doordringt en doorwerkt. Dan gaat wat we doen langs ons heen als water langs een eend. De vormen zijn er dan nog wel, maar de inhoud komt niet tot zijn recht. En dat is jammer. Alleen al omdat wij ons dan gedragen als leerlingen die nooit hun huiswerk maken en in de klas niet opletten. Dat wordt dus zittenblijven.

Het is een mooie ervaring – ook verhelderend voor jezelf – wanneer je in een gesprek kunt vertellen wat het geloven voor je betekent. Uitleggen aan een ander, zeker wanneer deze echt geïnteresseerd is, kan helpen om met andere ogen te kijken naar wat je hebt. Naar waar je vertrouwd mee bent. Naar wat je gekregen hebt en wat je dus is toevertrouwd.

Wij zijn niet zo gewend om te laten merken dat we ergens trots op zijn. Het is ons soms zelfs afgeleerd: ‘Doe maar gewoon’.

Maar zou het niet geweldig zijn, wanneer we wat meer lieten merken hoe bijzonder het is wie wij zijn? ‘Kinderen van het licht’, ‘kinderen van God’, leerlingen/volgelingen van Jezus. En dat alles zijn met ‘een wolk van getuigen’ om ons heen en een traditie van vele eeuwen, met geweldig veel indrukwekkende gebruiken.