Ooit kregen we van een buurman een struisvogelei. Een prachtig, groot exemplaar. Leeggeblazen uiteraard, maar of ze ook gegeten kunnen worden zou ik niet weten.

Kortgeleden was iemand zo vriendelijk om me twee krieleieren mee te geven. Kostelijke kleine eitjes, die zonder twijfel goed zullen smaken.

Welke van de twee genoemde soorten nu het meest te waarderen is?

Dat hangt af van hoe je er naar kijkt of aan denkt. De schoonheid van het lege, grote ei, is onmiskenbaar. De kleintjes zijn ook mooi, maar die gaan de pan in en worden om die reden gewaardeerd.

‘Laat de kinderen (de krieltjes) bij Mij komen’, zei Jezus. Bij Hem wordt iemand niet meer gewaardeerd omdat die persoon volwassen is of bijna twee meter. Evenmin gaat zijn waardering zonder meer uit naar iemand die zichzelf groot maakt. Of naar iemand die in de ogen van de mensen groot en machtig is.

Mooi is dat bij God. Natuurlijk zal het Hem goed doen, wanneer iemand haar of zijn talrijke talenten gebruikt. Dat gebruik vraagt Hij ook van ons. Maar ook wanneer het één klein talentje is, dat wel benut wordt, heeft de Heer zijn doel met die mens bereikt.

Wij hebben de neiging, om enerzijds klein te denken van onszelf (‘dat kan ik niet’, ‘dat is niks voor mij’) en anderzijds sterren en helden te scheppen.

De status van ‘ster’, of ‘held’, is trouwens een riskante. Als ergens geldt dat iemand die hoog klimt diep kan vallen, is het in de wereld van het sterrendom. Even uit de schijnwerpers en je bent vergeten. Een misstap en je wordt verguist. Of je nu zanger bent, sportheld of bankdirecteur, ‘eenzelfde lot treft hen allen’.

Maar God? Hij maakt van een visser een apostel, van een tollenaar een discipel. Iedereen krijgt van Hem dezelfde kansen en iedereen is Hem evenveel waard. Wat Hij niet garandeert is glitter en glorie. Bij Hem gelden andere waarden. Waarden, die een heel wat sterkere houdbaarheidsdatum hebben trouwens.

Ik vind het een schitterende uitdrukking: ‘God ziet het hart aan’. Hij beoordeelt ons niet naar ons kunnen, naar onze prestaties, naar onze gloriemomenten. Hij kijkt naar wie wij zijn en wat ons beweegt, naar onze motieven en naar onze houding.

Een heel belangrijke houding is die van het kunnen vragen om vergeving en hulp. Zowel naar God toe als naar de mensen om ons heen.

Dat struisvogelei is mooi om te zien, maar verder nutteloos. Wanneer ik ‘slecht denk’, zou ik het kunnen vergelijken met vele eendagsvliegen in allerlei Tv – programma’s.

Klein van onszelf denken ( ‘ik ben maar een krieltje’)is bij dit alles niet aan de orde. Dat zou tekort doen aan Hem die ons tot kinderen van God maakt.  Maar beseffen, dat we het aan God te danken hebben wie wij zijn en wat wij kunnen en bereiken, is een goede zaak.