Dat mensen soms huiverig zijn bij het onderwerp ‘heilige Geest’, kan ik me wel voorstellen. Er is in de loop van de jaren nogal wat gedoe over geweest en dat is nog altijd niet voorbij.

Eerst was er met enige regelmaat een opwekking. Begin vorige eeuw bijvoorbeeld in Wales. Het was heel bijzonder wat daar gebeurde. Kroegen werden kerken; cellen bleven leeg. Maar wie nu naar Wales kijkt, vindt weinig terug van de opleving van destijds.

De Pinksterbeweging begon in Los Angeles, waar in een ‘geestelijke hongerige’ gemeente in 1906 een uitstorting van de Geest plaatsvond, met –naar verluid- dezelfde verschijnselen als op de eerste Pinksterdag. In het midden van de 20e eeuw gebeurde dit weer op de Rooms-katholieke universiteit Notre Dame in de Verenigde Staten. Studenten en docenten baden daar samen om verdieping van het geloof. Nadat zij hadden ervaren hoe God hen aanraakte door de volheid van zijn Geest, trokken ze het land door om er over te vertellen. Het was het begin van wat later werd genoemd: de Charismatische Beweging. Een wereldwijde opwekking. Het verschil met de Pinksterbeweging was onder meer, dat nu de mensen niet meer hun kerk verlieten om een nieuwe gemeente te stichten. Men bleef lid van de eigen kerk en probeerde van binnen uit de kerk tot nieuw leven te wekken.

Het voordeel van deze trouw was bijvoorbeeld, dat het nu niet zo gemakkelijk kwam tot uitwassen. Ingekaderd zijn in de ‘historische kerken’, bleek een bescherming tegen overdrijving en geloofsdwang.

Dit laatste bestond bijvoorbeeld in de opvatting dat een gelovige pas een goede gelovige was wanneer deze in tongen (NBV: klanktaal) sprak. Dit zou het bewijs zijn dat men echt tot geloof was gekomen.

Een andere bijzonderheid was, dat er in sommige kringen onderscheid werd gemaakt tussen het tot geloof komen en het ontvangen van de volheid van de Geest. Het zouden twee verschillende ervaringen moeten zijn. De laatste werd dan ‘second blessing’ (tweede zegen) genoemd. Ooit las ik een verhaal over een gemeente waar men een speciale bovenzaal had in het kerkgebouw. Gemeenteleden, die nog geen second blessing hadden ervaren, brachten daar zoveel mogelijk tijd door, wachtend op …

Hoe gek kun je het bedenken.

De fout, die mijns inziens nogal eens gemaakt wordt als het gaat om de vervulling met de heilige Geest, is dat we er regels voor maken en vergeten dat de Geest waait waar en zoals hij wil.

Vol zijn van Gods Geest gun je iedere gelovige. Maar planmatig werken is er wat dit betreft niet bij. Waar het om gaat is, dat God graag geeft en dat hij van ons verwacht dat wij er naar verlangen en er voor open staan. Vrij van angst dat we zelf niet meer de touwtjes in handen zouden hebben. Vrij om God te vertrouwen en lief te hebben. Vrij om te ontdekken welke gaven hij voor ons in petto heeft. Vrij om God en mensen te dienen. Maar niet vrij om elkaar voor te schrijven wat en hoe God zou moeten doen met zijn kinderen.