Een kerk die er toe doet

Een honderdtal jonge theologen deed van zich horen. Hoewel er door hen niet zozeer concrete voorstellen werden gedaan, was hun inzet mij zeer sympathiek. Zij maakten duidelijk, dat ze verlangen naar een kerk die er toe doet, naar een kerk waar het over God gaat, naar een kerk waar jong en oud merkt geholpen te worden om als christen te leven.

Is dat dan niet aan de orde in de kerk? Natuurlijk wel. Maar bijna iedereen, die om zich heen kijkt, ziet de verdunning. Kinderen en kleinkinderen die weinig of niets hebben met de kerk zoals die zich presenteert. Over het geloof is soms nog best te praten, maar ‘het nut’ van het lidmaatschap of van het kerkbezoek is een andere zaak.

En ik kan het me zo nu en dan best voorstellen. Neem bijvoorbeeld ‘de dienst van de verootmoediging’ aan het begin van de eredienst. Hoe vaak komt het niet voor, dat deze alleen bestaat uit het ‘gebed voor de nood van de wereld’? Een onderwerp dat heel goed past in de voorbeden, maar aan het begin van een dienst is het toch prachtig dat een mens bevrijd kan worden van wat hem of haar dwars zit? Waarom hebben zoveel collega’s het persoonlijke laten vallen?

Een bekend theoloog zei eens: ‘In de loop van de week zak ik af naar het heidendom, maar op zondag word ik weer op peil gebracht’. Nu is dat afzakken mijns inziens niet nodig, maar het effect van de eredienst dat hij aanduidt spreekt mij aan. Wie zo opgefrist de kerk verlaat, weet dat de kerk er toe doet.