Kunnen wij als kerk met de tijd mee gaan? En hoe ver gaat dat dan? Er zijn zeker onderdelen van ons kerk – zijn waar dat niet alleen mogelijk, maar ook nodig is. Neem alleen al ons taalgebruik. Hebt u er wel eens over nagedacht op welke manier wij iemand, die tevreden is met zichzelf en van het Evangelie helemaal niets weet, duidelijk zouden kunnen maken waar het over gaat?

Er was kort geleden een bijeenkomst met jongerenwerkers. De sprekers probeerden tips te geven. Kun je zeggen, dat het goed is om te geloven omdat je er gelukkiger van wordt? Er zijn veel niet – gelovigen heel gelukkig. En lang niet iedere gelovige is gelukkig. C.S. Lewis, de Engelse verdediger van het christelijke geloof, stelde al dat ‘gelukkig worden’ een erg teleurstellende reden is om te gaan geloven.

Kun je dan iemand duidelijk maken dat deze verlost moet worden van de zonde? Als dat zo zou zijn, dan had de Heer in ieder geval al erg veel voorwerk gedaan. Dan zou die persoon leegte moeten ervaren in haar of zijn leven en op zoek moeten zijn gegaan. Wie dat niet heeft, kan zich bij het woord ‘zonde’ waarschijnlijk helemaal niets voorstellen.

Maar wat Jezus voor ons heeft gedaan? Is dat niet overtuigend? Ik betwijfel het. Waarom zou men accepteren, dat iemand zolang geleden zijn leven gaf, en dat dit voor onze bevrijding was? Het is ook voor een christen die er over nadenkt, vaak al lastig om iets te begrijpen van het offer. En van de overeenkomst tussen het offer van Christus en de verzoenende offers van het Oude Testament.

In ieder geval is het de Geest van God, die het voorbereidende werk zal moeten doen. Maar wat komt daarna? Wat helpt mensen om daarna over de streep te komen?

Daar waar weinig christenen zijn, zijn het soms dromen waarin Jezus mensen aanspreekt. Of het zijn radio-uitzendingen die mensen helpen om te ontdekken dat er een God is die van hen houdt. In ons deel van de wereld gaat het gewoonlijk anders. Men leert iemand kennen die opvallend anders in het leven staat. Iemand, die ‘iets’ heeft dat jaloers maakt.

Een van de sprekers op die conferentie stelde, dat God in de Bijbel een oproep doet aan mensen. De uitnodiging aan wie niet gelooft, zou dan zijn om over die oproep na te denken en er mogelijk op in te gaan. Maar ook dat lijkt mij lastig, want hoe kun je worden aangesproken door de oproep van iemand waarvan je niet weet of die wel bestaat?

Kortom: Evangelisatie is een lastige zaak.

Maar ook een uitdagende. Lang geleden al gebruikte het Bijbelgenootschap de leus: Wanneer uw buren de Bijbel niet lezen, lezen zij alleen uw leven.

Ik vind dat nog altijd een sterke uitspraak.

Met de tijd meegaan, kan riskant zijn. Als daardoor de inhoud van de boodschap wordt aangepast, verwatert deze heel snel. Maar de ‘verpakking’ van de boodschap kan niet altijd dezelfde blijven.