Het is begonnen, de tijd naar Pasen. Op de site van onze kerk wordt gevraagd te reageren op de stelling ‘Veertigdagentijd of Lijdenstijd’. Hoe noemen we deze periode van het kerkelijk jaar en waarom doen we dat zo?

Om eerlijk te zijn, klinken de veertig dagen mij vrij neutraal in de oren. Dat is een kwestie van aftellen. Wat de inhoud van die dagen is komt daarbij nog niet aan de orde.

Lijdenstijd kan veel zwaarder overkomen. Maar dat is wel wat er aan de hand is. De weg van Jezus naar Jeruzalem, waarbij het weet wat hem te wachten staat, is een weg van lijden. Een weg van afgewezen worden. In de plaats waar hij opgroeide, Nazareth, moesten de mensen hem niet. In het land van de Gerasenen, waar hij een bezetene bevrijdde, zullen de mensen zich wel verbaasd hebben over die gebeurtenis, maar ze vroegen Jezus dwingend om alsjeblieft te vertrekken. Hij had hen al genoeg varkens gekost (Evangelie van Lucas, hoofdstuk 8). Wanneer hij dan richting Jeruzalem reist, door het land van de Samaritanen, weigert men hem onderdak. Hoe uiteindelijk het volk staat te schreeuwen dat Jezus moet worden gekruisigd, zegt genoeg. Het ‘Halleluja’, sloeg wel heel snel om in ‘Kruisig hem’.

Soms vraag ik mij af hoe dit allemaal mogelijk was. Iemand, die zo geweldig over God en zijn Koninkrijk sprak, dat iedereen diep onder de indruk was. Iemand, die wonderen deed waaruit bleek hoe God betrokken is op mensen. Iemand, die de publieke opinie trotseerde en omging met mensen die door iedereen werden geschuwd.

Natuurlijk schuilt in die houding een risico. Hij was ‘anders’. En hoe wij reageren op wie anders is, is maar al te bekend. Maar daar staat tegenover dat men telkens weer geraakt werd door wat Jezus zei en deed.

Mensen. Voor de meesten van ons zal het een raadsel zijn hoe het kan dat sommige politici stemmen trekken. Neem Berlusconi. Maar ook diegene, die we in de Kamer niet kunnen horen of hij staat te schelden.

Maar iemand, die volgens velen duidelijk door God was gestuurd aan het kruis laten nagelen, is nog wel iets anders. Zelfs toen, in een tijd dat men wat anders en dikwijls gemakkelijker omging met een mensenleven.

En dan wordt het lastig. Want op de een of andere manier was het allemaal gepland. Jezus wist wat hem te wachten stond. Hij was juist daarvoor gekomen. Misschien is dat ook wel de reden, dat hij, stervend, aan zijn Vader kan vragen om de mensen te vergeven. ‘Zij weten niet wat zij doen.’

Lastig wordt het, want immers wat weten wij van de betekenis van het offer. Die cultuur, waarin een dier sterft in de tempel, zodat daardoor mensen weer met God en met elkaar verzoend worden. Het is voor ons een heel eind weg. Begrijpen van het hoe en waarom is er nauwelijks bij. Wat wel blijft is het vertrouwen. God heeft deze weg gekozen om ons te bevrijden. Ik hoop er nog veel bij stil te staan de komende weken.