Sommige politici weten er ook van. Het ene moment wordt men hoog geprezen en even later lijkt het alsof er nooit iets goeds is gebeurd. Sporters, artiesten, ook zij ervaren dat roem van korte duur is meestal. Zo worden ze toegejuicht, zo zijn ze bij ‘het grote publiek’ vergeten.

Je gaat met pensioen en een paar maanden later vraagt men, als je nog eens langs komt, wat men kan doen voor deze mevrouw of mijnheer.

En de gunst van de mensen? Het lijkt soms drijfzand. Probeer er niet op te bouwen, want dat gaat zelden goed.

Denk nu niet, dat ik een sombere mensvisie heb of slechte persoonlijke ervaringen. Dat valt beide wel mee. Het gaat me om een poging enigszins te begrijpen wat er gebeurde in Jeruzalem. Immers, de roem van Jezus was groot. Mensen in Jeruzalem zagen reikhalzend uit naar zijn komst toen het tegen Pasen liep. Men verwachtte dat hij zou komen en weer van die prachtige dingen zou zeggen over God en wie weet weer een paar wonderen zou doen.

Toen Jezus, rijdend op een ezelin, Jeruzalem naderde, liep er zowel voor als achter hem een grote menigte (Matteüs 21) luid te roepen. De hele stad raakte in rep en roer. Wat men van Jezus verwachtte, was niet echt duidelijk. Het verjagen van de Romeinse bezetter was een optie. Het was maar een enkeling, die in hem de door God beloofde Messias zag.

Het zal mee die onduidelijkheid zijn geweest, waardoor de mensen zo gemakkelijk veranderden van een Jezus toejuichende menigte in een naar zijn bloed dorstende bende. Hij was anders en hij deed anders dan zij in hun hoofd hadden. Daardoor waren ze snel te manipuleren door de leiders die zo graag van Jezus af wilden.

Wanneer zondag de kinderen met hun Palmpasenstokken rondlopen is dat een feestelijke gebeurtenis. Het is aansprekende symboliek. Neem alleen al het broodhaantje bovenop. De herinnering aan de waarschuwing die Jezus aan Petrus gaf: ‘Voordat de haan kraait, zul jij mij driemaal verloochend hebben”. Maar er is ook snoep bevestigd aan de stok. En groen. Dit staat voor de takken van de palmbomen, door de mensen afgebroken om – samen met mantels – een soort rode loper te vormen voor Jezus bij zijn binnenkomst in de stad.

Maar de stok heeft de vorm van een kruis. Het wrede ding waaraan de misdadiger de marteldood stierf. Zo ook Jezus. En die haan kraait als het ware in ons gezicht de vraag hoe betrouwbaar wij zijn met betrekking tot Jezus.

Het zoete (snoep) staat ons zeker aan, maar wie is Jezus voor ons wanneer het ons probleemloos goed gaat? Of wanneer het leven ons pijn doet? Wanneer ‘ons kruis’ zwaar weegt?

Op liefde gebaseerde trouw mag God van ons verwachten. Maar te vaak blijken wij weifelachtige wezens te zijn. Beïnvloedbaar door wat we meemaken, door wat er op ons afkomt. Maar de roem van Jezus zal niet van korte duur zijn, ook al weten wij wel eens niet zo goed wat we met hem en met ons geloof aan moeten.