Het wonder gaat gebeuren. Jezus zal worden teruggeroepen. Waar vandaan? Uit de dood, dat weten we. Maar waar is hij van vrijdag tegen de avond tot op de vroege zondagmorgen - de derde dag? In de Apostolische Geloofsbelijdenis staat ‘nedergedaald ter helle’. Soms leest men ‘neergedaald in het dodenrijk’.

De Geloofsbelijdenis van Nicea heeft het alleen over ‘begraven’.

Vanuit het getuigenis van de mensen die er (dicht) bij waren, weten we in ieder geval van het graf, waar het dode lichaam in werd gelegd. Het graf, dat op die Paasmorgen op de doeken na leeg was.

Het Oude Testament spreekt van het rusten bij de voorouders na de dood. Rusten, totdat de Messias komt en de doden opwekt. Daar lijkt ook Luther van uit te gaan wanneer hij schrijft over de triomftocht van Jezus, die met de zijnen het dodenrijk verlaat als met vliegend vaandel en slaande trom.

Het is al lang geleden, dat professor Van Niftrik het boek schreef: ‘Waar zijn onze doden?’ Dat nogal wat mensen bezig waren met die vraag, blijkt wel uit het feit, dat het boek diverse keren werd herdrukt.

En ook nu. Wanneer er in de familiekring iemand overlijdt, is de kans groot dat kleine kinderen vragen stellen. ‘Waar is oma nu?’ En volwassenen zoeken naar antwoorden op die vraag. De hemel komt voorbij, maar er wordt ook gewezen op de sterren. De overledene zou stralen aan de hemel en ’s avonds een oogje in het zeil houden. Het is zoeken naar verstaanbare verklaringen en dat valt niet mee.

Ook al is het onvoorstelbaar, toch ligt het antwoord dat de overledenen bij God zijn het meest voor de hand. Het was immers wat Jezus zei kort voordat hij stierf. De misdadiger, die tegelijkertijd met hem werd gekruisigd, maar het besef had dat Jezus niet was als hij, kreeg te horen: ‘Ik verzeker je: nog vandaag zul je met mij in het paradijs zijn’ (Lucas 23: 43).

En ook dan vliegen de vragen rond: paradijs of dodenrijk? vandaag nog?

Wat weten we? Om het met Van Niftrik te zeggen: ‘Het is met de dood niet uit, maar het gaat ook niet door’. In ieder geval niet hier op dit ondermaanse.

Maar door gaat het wel. Het prachtige hoofdstuk over dit onderwerp: 1 Korintiërs 15, is duidelijk. Daar schrijft Paulus dat ons geloof en daarmee ons hele bestaan, op volstrekt losse schroeven staat wanneer Jezus niet als eerste uit de dood is opgewekt. Hij niet, dan ook wij niet. En Paulus gaat zelfs zo ver om ons, wanneer er geen opstanding zou zijn (of wanneer we er niet in geloven) ‘de beklagenswaardigste mensen’ te noemen. Dan is de verkondiging zonder inhoud en het geloof zinloos, schrijft hij.

Met Pasen vieren wij de overwinning van Jezus. Zijn daad, zijn weg dwars door de dood heen, heeft de macht van het kwaad, van satan gebroken. Gods tegenstander kan tekeer gaan zoveel hij wil, wij zijn niet aan hem onderworpen. We zijn vrij, om met Jezus het leven te vieren – tot in alle eeuwigheid.