We hebben het weer gevierd!

De Heer is werkelijk uit de dood opgewekt. Veel mensen gingen de Stille Week door van vesper tot vesper en vierden het Avondmaal op Witte Donderdag, vielen stil op Goede Vrijdag en zagen de hoop gloren zaterdagavond of –nacht.

En dan komt die Paasmorgen, de jubel, de lofzang.

En dan? We hebben het feest weer gevierd. We hebben de gebeurtenissen weer herdacht.

Maar voor veel mensen is en blijft dood dood. Het is toch ook onvoorstelbaar.

Wat moet een mens zich voorstellen bij opwekking uit de dood? En hoe zou dat dan moeten gaan? Stof zijn we en stof worden we weer. Als kind vroeg ik me af hoe die opstanding zou gaan voor mensen die een zeemansgraf hadden gekregen. Ieder zal haar of zijn eigen vragen en wellicht twijfels hebben bij dit onderwerp.

Het letterlijk openbreken van graven op die grote dag. Hoe werkt dat? En hoe zit het dan met al die graven die al geruimd zijn?

Letterlijk, naar de letter. Het is de verwachting van bijvoorbeeld de Joden die een graf vonden op de helling van de Olijfberg. Daar zullen de eersten opgewekt worden, daar zullen de graven het eerst opengaan – geloven zij. Wie weet.

Dat wij zo denken en vragen is logisch. Daar zijn we mens voor. Maar het wordt pas lastig wanneer we denken dat de dingen zullen gaan zoals wij kunnen bedenken. Lastig, wanneer wij vergeten dat ons denken wel nodig is, maar ook beperkt is wanneer het er om gaat na te speuren hoe God werkt.

Neem alleen al het feit dat Jezus het graf verliet terwijl de steen er nog voor lag. Dat Jezus binnenkwam bij zijn leerlingen in een huis waarvan de ramen en deuren gesloten waren uit angst voor de Joden. Met wat voor een lichaam was dat dan? Een veranderd lichaam, want het gekruisigde, dode lichaam dat in het graf was gelegd, was daar niet meer. In het graf lagen enkel nog de doeken waarin het lichaam was gewikkeld na zijn dood. De hoofddoek opgevouwen aan de kant en de rest als een soort van lege huls op de steen waarop het lichaam was gelegd.

Een volstrekt onbegrijpelijke gebeurtenis. Net als de verschijningen trouwens. Wie toegeeft, dat het voor ons niet te bevatten is, krijgt de ruimte om het te vieren.

Critici zouden dat een vlucht kunnen vinden. Zo van: Wat je niet begrijpt moet je maar geloven. Dan kom je ook bij een bijnaam, die wel eens aan God is gegeven: de gatenvuller. Wat we nog niet kunnen verklaren, schrijven we aan God toe.

Mij gaat het er echter om, dat we erkennen dat we niet alles begrijpen. Dat is de enige manier om te blijven leren en ontdekken. En als het gaat om de opstanding van Jezus, dan rest ons alleen dankbaarheid, verwondering en de lofzang. Dat zijn ook de middelen waarmee we Pasen niet zomaar achter ons laten. Wie dankbaar en verwonderd de lofzang blijft zingen, blijft ook dicht bij de levende Heer.