Nog even en er is een nieuw Liedboek voor de kerken. Ruim 1000 liederen krijgen we in dat boek. Of het een commercieel succes wordt? Met het gebruik van beamers in steeds meer kerken weet ik dat nog niet. Het zou jammer zijn, want er schijnen ook liederen in te komen die je goed kunt gebruiken voor allerlei viermomenten buiten de kerkdienst. Thuis bijvoorbeeld. En nu steeds meer jongeren het zingen wat verleerd lijken te zijn, zou dat een aardige oefenplek kunnen zijn.

Het valt me vaak op. In gewone diensten, maar vooral ook in rouwdiensten, waar het nageslacht van de overledene meestal op de tweede rij zit, dat veel jonge monden gesloten blijven tijdens de samenzang.

In ieder geval komen er in het nieuwe Liedboek nummers die jongeren zouden kunnen aanspreken. En niet alleen de zogenaamde opwekkingsliederen. Bij deze laatste hoop (en verwacht) ik wel, dat goed naar de tekst is gekeken. Een topper uit de bundel Opwekking laat ons bijvoorbeeld ‘samen met elkaar’ zingen. Alsof ‘samen ‘ niet al ‘met elkaar’ is. En één van de ergste vind ik het op zich prachtige lied ‘Ik bouw op U’. Het is de vertaling van ‘We rest in Thee’: Wij rusten in U. Waarom de vertaler van ‘wij’ naar ‘ik’ is gegaan en van ‘rusten’ naar ‘bouwen’, is mij een groot en jammerlijk raadsel.

Maar benieuwd naar de inhoud van de nieuwe bundel ben ik zeker. Het zal een goede stuiver kosten, maar dan heb je ook wat. Liederen van Taizé en Iona komen er in. Naast onder meer uiteraard de Psalmen, ons bekende Gezangen en een aantal ‘Psalmen van nu’.

Wat te hopen is, is dat gemeenten de draad oppakken van 1973. Toen werd op veel plaatsen georganiseerd, dat de kinderen op school een ‘versje’ leerden uit het Liedboek. Dat vers werd dan op zondagmorgen in de kerk ingestudeerd en gezongen met de hulp van een cantorij. Het nieuwe komt ons immers niet aanwaaien. En de lofzang mag best wat aandacht krijgen. Niet voor niets staat er in de bijbel dat de Heer op de lofzang troont.

Maar gemopper is er nu ook al. Zelfs mensen, die meewerkten aan het nieuwe liedboek vertellen nu dat zij niet tevreden zijn. Alsof het daarom gaat. En gemopper zal er ook straks wel zijn. Verandering wordt nu eenmaal door de één toegejuicht en door de ander moeilijk verdragen. Maar het is te hopen, dat zij, die niet van verandering houden, gaan beseffen dat het altijd bij het oude blijven ‘de dood in de pot’ is. Dan gaat het niet om veranderen omwille van het veranderen; dat werkt niet of hooguit even. Maar het gaat er wel om dat we verstaanbaar blijven, ook in ons zingen. Dingen veranderen, smaken veranderen. Waarom zou je dan de boodschap, die weliswaar te allen tijde dezelfde blijft, niet op een nieuwe toon mogen laten klinken? Of misschien zelfs moeten laten klinken? Het gaat er toch om dat het verhaal van Jezus het hart van mensen bereikt?