Wanneer u dit leest, ben ik op reis in het gebied waar Paulus werd geboren. Allereerst naar de stad waar de leerlingen van Jezus voor het eerst ‘christenen’ werden genoemd. Dan Tarsus, de geboortestad van Paulus. Tenslotte Cappadocië, een vluchtoord vroeger voor vervolgde christenen. Meer dan 3000 kerken zijn er daar. Verborgen in de rotsen. Gebruikmakend van de grotten in de vrij zachte steen, hebben de gelovigen daar hun rijk versierde gebedshuizen gemaakt.

Het gebied is de poort, waardoor het christelijke geloof op weg was naar Europa. Vanaf die kant trok Paulus door Klein Azië (nu Turkije) om uiteindelijk dat visioen te krijgen van de man in Macedonië (nu Griekenland) die hem riep om de zee over te steken.

Het zal zonder twijfel prachtig zijn om het allemaal te zien, om kennis te maken met dit deel van de vroege geschiedenis van ons geloof.

Tegelijk roept het allerlei vragen op. Ooit was het christendom een bloeiende zaak in dat deel van de wereld. En wat is er van over? In Turkije kun je al gestraft worden wanneer je iets zegt dat niet aardig is over de islam of over een muezzin (die oproept tot gebed). Wel worden er de laatste tijd bezittingen teruggegeven aan de kerk die in het verleden waren gestolen door de staat. Maar van de omvang en de glorie van het christendom is weinig over in het land.

En niet alleen daar. Kortgeleden zag ik een reportage over Wales. ‘Hoe God verdween uit Wales’ had de titel kunnen zijn. Natuurlijk is God er niet verdwenen, maar het is bepaald niet een rooskleurige toestand daar. En dat, terwijl er iets meer dan 100 jaar geleden een opwekking was in dat gebied. Onvoorstelbare dingen zijn er toen gebeurd. Kroegen werden kerken en gevangenissen bleven leeg. Er is zelfs een verhaal over een treinreiziger, die onderweg door Wales zo overtuigd raakte van zijn tekort, zijn zonden, dat hij op het eerstvolgende station uitstapte om op zoek te gaan naar iemand die met hem kon bidden en hem tot geloof kon brengen.

Terug naar de landen waar de islam in de meerderheid is. In Egypte is de toestand voor de christenen verslechterd, net als in Libië. Vanuit Syrië schijnen geluiden te klinken als: ‘Alle Joden naar het graf, alle christenen naar Libanon’. En wat de Alawieten in  dat land te wachten staat laat zich moeilijk raden.

Het christelijk geloof verdwijnt in hoog tempo uit de gebieden waar het begon.

En bij ons? De kracht lijkt er uit. Zelfs bij ‘de vromen’. Het individualisme zorgt er voor dat wij zelf wel uitmaken wat we geloven en hoe we daarmee leven. Natuurlijk heeft dat ook een positieve kant, het zorgt voor mondige gelovigen. Maar het verzwakt ook de kerk, het verzwakt de eenheid, het krachtige getuigenis.

Het is wel een geruststellende gedachte, dat God niet opgeeft. Waar aan de ene kant de kerk verzwakt en zelfs haast verdwijnt, bloeit zij verderop. Maar dat verdwijnen en afzakken, in welke mate ligt dat aan onszelf?