Gesprekken met bekende Godgeleerden verschenen in de pers. Geleerd zullen zij ongetwijfeld zijn, maar het lijkt wel alsof God behoorlijk naar de rand van hun kennen is geschoven.

Kenmerk is, dat zij ‘kinderen van de Verlichting’ zijn. Dat wil zeggen, dat het verstand, de mogelijkheid om te begrijpen, leidend is voor wat zij (denken te kunnen) geloven. Maar wat en hoeveel begrijpen wij als het om ons geloven gaat? En is het begrip beslissend of is er iets heel anders aan de orde?

Wanneer iemand mij zou vragen waarom ik houd van mijn vrouw en kinderen, zou ik daar dan een voor het verstand aanvaardbaar antwoord op kunnen geven? Het mysterie is groter dan mijn begripsvermogen. Natuurlijk heeft het – na de eerste verliefdheid – veel te maken met wat er aan liefde gegeven wordt. Liefde roept liefde op. Maar het begin?

Geloven is vertrouwen. Misschien wel allereerst het vertrouwen dat betrouwbaar is wat ons bekend is van de beloften van God. Of allereerst de ontdekking dat God begonnen is met van ons te houden toen wij nog weinig of niets van hem wisten en wilden weten.

Opvallend vind ik, in de gesprekken met wat dan genoemd wordt: vrijzinnige theologen, dat de naam van Jezus weinig genoemd wordt. Hooguit als inspiratiebron.

Zou dat het geheim zijn van hun ideeën? Het christelijk geloof gaat toch om Christus. En wanneer hij zegt, dat niemand de Vader kan kennen dan door hem, geloof ik dat hij volkomen gelijk heeft.

Maar die godgeleerden hebben ook gelijk. Wanneer zij zeggen, dat niemand God echt kan kennen, hebben zij zeker een punt. Wat moet je met ‘God is Geest’? En wat moet je met de opdrachten om te doden die hij regelmatig geeft in het Oude Testament? Ook daarom is Jezus van zo groot belang. In hem is immers duidelijk geworden wat God wil. In Jezus is duidelijk geworden waar God voor staat. Vragen zijn er en vragen zullen er zijn zolang deze wereld bestaat. Maar jezelf toevertrouwen aan Jezus Christus en aan wat hij voor ons gedaan heeft en doet, is mijns inziens de basis van het leven van een christen. Discipelschap. Aan Jezus toegewijd leven. Zoeken naar de bedoeling van wat hij heeft gezegd en gedaan. Welke gevolgen heeft dat voor de kerk, voor mijn bestaan en voor onze samenleving?

Wie zich dat afvraagt, zal een levenlang leerling zijn. Dan komen de vragen over hoe en wat met betrekking tot (het bestaan van) God ook in een ander licht. Prima voor Godgeleerden en nodig ook, maar als volgeling van Jezus is het uitspitten van allerlei theologische vragen iets van de tweede rang. Het gaat immers om de navolging, om het leven in en getuigen van de liefde van God en om het zoeken naar de praktische betekenis daarvan? Wie daarmee bezig is, heeft de handen vol, want niet alleen wijzelf, maar ook de wereld waar wij in leven, heeft dat hard nodig.

Beter een lofzang en de armen uit de mouwen dan goed bedoeld vaag gepraat.