Als het niet zo triest, zo beperkt en zo bevooroordeeld was, zou het iets zijn om smakelijk om te lachen. Ik doel op een behoorlijk groot aantal reacties op het optreden van Beatrice de Graaf, de derde gast in het programma Zomergasten.

Een gerenommeerd tijdschrift stelde, dat het programma boeiend en pakkend was geweest tot aan het einde, toen er een christelijk slot kwam.

Een fors aantal twitteraars vroeg zich af (de onwetenden) hoe het mogelijk was dat een wetenschapper gelovig kon zijn.

En soms droop de haat tegen het geloof af van de reacties.

Natuurlijk zijn de sociale media bronnen van ongecontroleerde oprispingen. Menigeen zou wellicht genuanceerder reageren wanneer er kans was geweest er nog een nachtje over te slapen. Maar de reacties op professor De Graaf, terrorismedeskundige, waren regelmatig wel erg dom en vals.

Dom, omdat men kennelijk niet op de hoogte is van het feit, dat een groot aantal wetenschappers gelovig is. Een onderwerp waarover de afgelopen jaren diverse boeiende boeken zijn verschenen. Dom, omdat men niet wil weten, dat wetenschap en geloof prima samengaan en elkaar kunnen stimuleren. Dom, omdat men niet verder weet te kijken dan de eigen neus lang is en dan vanuit die beperktheid hard meent te moeten roepen.

Vals, omdat vanuit eigen onwetendheid anderen worden veroordeeld. Zoals ooit een Nederlandse Nobelprijswinnaar (zelfs!) meende te mogen opmerken dat wie wetenschapper en gelovig was, wel schizofreen moest zijn. Trappen en slaan, zonder van buitenaf komende aanleiding, wordt in het uitgaansleven zwaar bestraft. Wie wetenschappelijk werk doet, kan het zich kennelijk permitteren - met woorden en in geschrift dan wel gelukkig.

Wat is er aan de hand? Erik Borgman, hoogleraar theologie in Tilburg, schreef een boek dat als titel kreeg: ‘Overlopen naar de barbaren’. De ondertitel was: ‘Het publieke belang van religie en christendom’.

Het lezen van dit boek zou je iedereen aanraden die zich ergerde of verwonderde over de ontspannen presentatie van het geloof zoals Beatrice de Graaf die gaf op die zondagavond dat ze zomergast was. Voorwaarde voor een gemeenschap is, volgens Borgman, dat we er van uitgaan dat alle mensen de moeite waard zijn. Wie dat beseft, zal er voor waken om op twitter of in de media zo tekeer te gaan tegen andersdenken(den).

Veel ergernis werd opgeroepen door het laatste deel van het programma. Daarin ging het over Psalm 84. Deze wordt nog ieder jaar gezongen bij de herdenking van de wegvoering van de ongeveer 600 mannen uit Putten. Het is de Psalm die deze mannen zongen, opgesloten in een kerk, wachtend op het transport. Slechts enkele tientallen van hen kwamen terug uit de Duitse werkkampen. Al heb je niets met Psalmen, dan nog zou het van respect getuigen voor deze slachtoffers en hun nabestaanden om deze informatie rustig aan te horen.

En wat mij sinds die avond bezighoudt, is de vraag of er ook zoveel gif zou zijn gespuid als het slot van het gesprek boeddhistisch (is in) of islamitisch (maakt velen voorzichtig) zou zijn geweest.