Houdt u van wachten? Zelf ben ik er niet goed in. Hoewel ik er alle begrip voor heb dat dingen kunnen uitlopen, merk ik dan bij mijzelf soms enige ergernis wanneer ik langer moet wachten dan de bedoeling was. Ik vrees, dat ik niet meer over deze fout heen zal groeien.

Diezelfde lichte ergernis is er niet met betrekking tot de terugkomst van de Heer. Hoewel ik zo nu en dan denk dat het wel op mag schieten. Zeker wanneer de beelden en berichten over de zoveelste ramp of aanslag in onze wereld zich aandienen. Dan wordt het mijns inziens hoog tijd voor dat nieuwe dat ons is toegezegd; voor die wereld zonder onrecht en ongelijkheid. Die wereld waarin Jezus Koning is en waarin alle tranen worden afgeveegd. Een droomwereld? Misschien. Het kan zijn, dat ons een beeld wordt voorgehouden vanuit de Bijbel dat niet de werkelijkheid van straks beschrijft. Dat is dan omdat wij dat beeld begrijpen. De wereld die ons te wachten staat, zal zo totaal anders zijn dan wat wij kennen, dat we er met ons huidige verstand toch niets van zouden snappen. Ik ga er van uit, dat Jezus herkenbaar zal zijn. We zullen God zien. Maar verder? Het maakt ook niet zoveel uit, want als er – naast het zien van God – een ding zeker is, is het dat er daar niets kan tegenvallen.

De terugkomst van de Heer. Deze heeft natuurlijk alles te maken met Advent. Het gaat niet alleen over de geboorte van het Kind. Het gaat om God, die mens wordt, zeker. Het gaat over de liefde van God voor deze wereld en voor ons mensen daarin. Maar altijd klinken bij de vieringen van Advent de tonen van wat nog komen gaat.

De komst van Jezus is immers de vervulling van een door God gegeven belofte. En de geboorte van dit Kind, daar in Betlehem, is een moment waarop de geschiedenis van deze wereld scharniert. Het kan anders en het wordt anders. God heeft naar zijn volk, naar heel zijn schepping omgezien. Immanuel is geboren: God met ons.

Dat wij die uitspraak hebben misbruikt is triest genoeg. Dat wij ons bij lange na niet gedragen als mensen, die het waard waren dat God naar hen omkeek, is onze schuld. Maar het is een schuld, die niet betekent dat daardoor alles verloren is. Vergeving en vernieuwing zijn mogelijk. Het kan anders. Wij kunnen anders. Maar dan moeten we wel ophouden om ons te laten meeslepen door de trends van onze tijd. Dan is het nodig, dat we de vraag wat het volgen van Jezus voor ons betekent elke dag weer serieus nemen. ‘Jullie helemaal anders’, schreef Paulus. ‘Jullie hebben Christus leren kennen.’

Daarom is Advent ook een tijd, niet alleen van vieren, maar ook van bezinnen. Een tijd waarin we onszelf afvragen waaruit blijkt dat wij horen bij dat Kind. Waarin zijn wij een teken van hoop in onze omgeving?

Wij wachten en leren en al lerend blijkt, dat het wachten de moeite alleszins waard is.