Wij zijn een piepend volk. Mopperen op Europa is wel een van de minst opvallende zaken. Zorgelijker is de afstand die we scheppen tot onze bestuurders. Het lijkt wel of er niet een gemeenteraad over is in dit land die het goed doet. Maar zelf meedoen?

Een pampersamenleving heb ik het eerder al eens genoemd. We moeten worden verzorgd van de wieg tot het graf en onderweg mag ons niets vervelends gebeuren. Voor dit laatste zijn God en de overheid verantwoordelijk. Gaat het er wel iets mis, dan zijn de rapen gaar. Maar misgaan is onderdeel van ons bestaan. Niemand heeft ons’ een kalme reis beloofd’, dat weten we. Maar toch …

Zorgelijk is mijns inziens, dat dit gemopper leidt tot enthousiasme bij nogal wat mensen voor het populisme. Dat wil zeggen: wel boos zijn, maar geen oplossing zoeken. Tenzij een onmogelijke of oneerlijke.

En dan even verder kijken. Een groot artikel in een ochtendkrant van de hand van een christen uit Pakistan. Hij is terecht verontwaardigd. In zijn land heb je als christen een bedreigd bestaan. Zelfs wanneer de rechter je vrijspreekt van godslastering, bestaat de kans dat je buiten de gevangenis nog even wordt gelyncht door fanatici. Daders worden niet opgespoord en gestraft.

Het aantal kerken en huizen en winkels van christenen, dat vorig jaar is verwoest of beschadigd, is groot. De cijfers, zoals Open Doors die daarover geeft, zijn schokkend. Om nog niet te spreken van de vele honderden die omwille van hun geloof zijn vermoord in landen die het ‘anders zijn’ niet verdragen.

En dan hoor ik ook christenen zeggen, dat wij andersgelovigen maar net zo moeten behandelen als onze mensen worden behandeld in hun land. Alsof ook maar iemand zich zou kunnen voorstellen, dat Jezus iets dergelijks ooit zou zeggen over wat of wie dan ook.

Maar waar het mij om gaat, is dankbaarheid. Daar zijn we toe geroepen en er is alle reden toe. Misschien heb ik gemakkelijk praten, dat zou kunnen. Maar in geval van ziekte zijn bij ons de helpers dichtbij. In geval van verdriet, is er menige arm die om onze schouders kan worden geslagen. In geval van tekort aan wat dan ook, zijn er hulpmogelijkheden. Wij leven in een land waar we rechten hebben, wat we ook geloven.

Ik weet van een dorp in Salland, waar door winkeliers een avond werd gehouden voor minima. Mensen werden verwend en konden volop kiezen uit nieuwe kleding, speelgoed, e.d. Voor Kerst opnieuw een actie; 565 voedselpakketten werden er uitgedeeld. Van wat nog over was gingen tegen Oudjaar nog eens 155 pakketten de deur uit. Ongelooflijk zoveel bereidheid als er was onder de mensen om te helpen. En een ‘echte’ Nederlander zal dan misschien weer mopperen dat dit allemaal niet nodig zou moeten zijn. En terecht. Maar de noodzaak is er wel en dan is het fantastisch dat er iets gedaan wordt.

Dankbaarheid. We hebben het feest van de dankbaarheid gevierd met Kerst. Ik zou zeggen: volhouden maar en niet teveel piepen.