Een mens heeft soms zo van die fantasieën. Pas liep ik door een winkel waar van alles te koop was. Inclusief diverse afbeeldingen van de buddha. Een gezellig en gezet beeldje, bedoeld om in de tuin of ergens in huis te zetten. De gedachte kwam bij me op hoe de reacties en de verkoopcijfers zouden zijn wanneer beeldjes van Jezus op die manier in de markt zouden worden gezet. Zou het worden gewaardeerd? Zouden ze worden gekocht? Menig protestant heeft vast nog altijd een beetje weerstand tegen beelden van hem. En we zouden iets dergelijks zeker niet aan groene aanslag en weer en wind blootstellen.

Maar vanwaar die trend om deze mens – Buddha - uit lang vervlogen tijden, zo massaal te gebruiken als tuin- en huisversiering? Is het de gezelligheid die hij uitstraalt? Het gemoedelijke?

Een aantal jaar geleden zou een paus Sri Lanka bezoeken. Kort voor zijn vertrek maakte hij de opmerking dat het Buddhisme geen godsdienst was, omdat het geen goden kent. Feitelijk is dat waar. De boze reacties van monniken uit Sri Lanka waren echter zodanig, dat het bezoek niet door kon gaan. De volgelingen van de buddha zijn dus in ieder geval niet altijd gemoedelijk en begripvol, zoals ook christenen uit buddhistische landen soms ervaren.

Wij hebben onze eigen geschiedenis wat geweld en onverdraagzaamheid betreft. Nog maar een paar een paar eeuwen geleden bouwden we brandstapels en galgen voor andersgelovigen. Inmiddels weten we hopelijk beter. Tenminste wat het geloof betreft. Wanneer het gaat om het accepteren van wie en van wat anders is, lijken we niet veel geleerd te hebben. Hoe harder iemand scheldt op de Islam, op hierheen komende buitenlanders en op wie het niet met hem eens is, hoe meer aanhang hij lijkt te krijgen.

Geef mij dan toch maar de gezellige Buddha. Maar liever nog Jezus. Jezus, die nooit geweld gebruikte, ook al is er een bijbelverhaal dat dit lijkt tegen te spreken: de schoonmaak van de tempel. Maar dat verhaal wordt sterk ingekleurd door de plaatjes die we er van hebben gezien. Toch was het optreden van Jezus op dat moment fors. Het ging om de vraag of het geloof een kwestie van rituelen en winsten was geworden, of dat het nog steeds ging om concentratie op de Here God. In ieder geval trad Jezus niet op tegen andersgelovigen; het waren zijn eigen geloofsgenoten die hij een les leerde en dat zonder bloedvergieten.

Als leerlingen van Jezus hebben wij niet altijd de handen schoon gehouden. De ‘andere wang toekeren’ gaat ons moeilijk af.

Maar goed: die afbeeldingen. Wie geniet er niet van de beelden langs de weg in bijvoorbeeld Limburg. Plaatsen om even stil te staan bij wie Jezus is of bij zijn moeder.

Maar met beeld of zonder, het zou goed zijn wanneer wij als christenen meer zouden laten zien van hem die wij volgen. Van onze Heer en Bevrijder. Wanneer wij zouden laten merken dat we beseffen, niet alleen dat we zijn bevrijd, maar ook waarvan. Weet u het?