‘Dikwijls, Martinus, heilige naamgenoot, …’

Dit is de beginregel van een gedicht van Martinus Nijhoff. Onderwerp is een daad van Sint Maarten, een Romeinse soldaat, die in de vierde eeuw uiteindelijk bisschop werd van Tours. Op de heiligenkalender valt zijn naamdag op 11 november. In allerlei delen van ons land komen dan de kinderen, een Maartensversje zingend, langs de deuren voor een ‘vrije gift’. Zelf zien ze het misschien als een beloning voor hun gezang, maar dat past niet in het verhaal van Sint Maarten. Een verhaal, dat door Nijhoff wellicht maar half is begrepen. De dichter neemt het de heilige kwalijk, dat deze aan een bedelaar de helft van zijn mantel geeft. Met zijn zwaard snijdt Maarten deze helft af, om de bedelaar te helpen. Nogal karig in de ogen van Nijhoff. Maar volkomen terecht, wanneer je weet dat de andere helft niet het eigendom was van deze soldaat. De helft van zijn uitrusting was betaald door de staat en dus kon hij alleen weggeven wat van hem was: een halve mantel. Bovendien was deze handeling volgens het Evangelie. Jezus zei, dat wanneer je twee jassen hebt en iemand heeft er geen, dat je dan één hoort weg te geven. De helft dus, net zoals Maarten deed.

Wat zou nu de moraal kunnen zijn van een dergelijk verhaal? Het wordt moralistisch, als ik u zou vragen hoe vol de kast met kleren is en of het niet wat minder kan. Dat is misschien wel zo, maar daar gaat het mij nu niet om. Er zitten andere lessen of kansen in dit verhaal. Lessen zelfs, met een politieke lading. Maarten ziet de bedelaar, ook al zit hij hoog te paard. Hoe gemakkelijk zou hij de man niet over het hoofd hebben kunnen zien om dan zonder meer door te rijden. Maar wie bezig is de les van de Barmhartige Samaritaan te leren, begrijpt wat het betekent om te zien wie er langs de weg ligt; wie er aandacht en hulp nodig heeft. Daar schuilt voor mij de vraag in of wij, in onze tijd van groeiend individualisme en eigenbelang, genoeg oog hebben voor wat er gebeurt om ons heen. Uitgeprocedeerde asielzoekers, overvraagde voedselbanken, zorg om de kwaliteit van de zorg – keus genoeg om te ontdekken wat er speelt en nodig is. Mogelijkheden genoeg om jezelf de vraag te stellen hoe en waarmee je bezig bent. Voor wie je een naaste kunt zijn.

En dan levert dit verhaal ook de vraag of ik besef hoeveel ik heb, hoe goed ik het heb.

Heb ik werkelijk? Een christen heeft niet eens zichzelf, maar is eigendom van Christus. ‘Gekocht en betaald’ staat er in de bijbel. Wat betekent dat anders, dan dat wat ik denk te hebben uiteindelijk ook eigendom van Hem is en ik er ‘alleen maar’ mee mag werken en op mag passen? En wat betekent dat dan voor hoe ik leef? U ziet, Sint Maarten kan leuke vragen opleveren. Denk er eens over op 11/11.