Jezus heeft geweten, dat zijn werk door zou gaan na zijn Hemelvaart. Hij vertrouwde het toe aan leerlingen, die hem niet begrepen en die hem alleen lieten toen het er het meest op aan kwam.

Is dat project mislukt? Dat zou zonder twijfel gebeurd zijn, als God niet voor de voortgang had gezorgd. De komst van de Geest van God, die al die onzekere volgelingen van Jezus in vuur en vlam zette, garandeerde een goed vervolg. Het heeft veel gekost. Tallozen stierven en sterven nog altijd omdat zij belijden dat Jezus Heer is. Een Heer, die staat boven alle machten en ideologieën en die zijn werk niet loslaat. Zijn Rijk komt.

Dat Gods ‘grondpersoneel’ niet altijd even goed functioneert, mag duidelijk zijn. Er zijn en er worden veel fouten gemaakt. Kruisvaarders en brandstapels, scheuringen en machtspelletjes, hebben de zaak geen goed gedaan. Maar ondanks die onzalige streken, bleken er altijd weer mensen te zijn die lieten merken dat zij begrepen wat er gedaan moest worden. Mensen, die werden gedreven door de liefde van Christus en die zich door niets lieten tegenhouden. Zoals Jezus zelf zich niet tegen liet houden. Verleiding door satan en ontrouw van zijn vrienden, zelfs doodsangst, hielden hem niet af van zijn weg naar Jeruzalem, naar zijn kruisiging.

Er zijn veel goede voorbeelden van mensen en organisaties die laten zien wat de praktijk is van het volgen van Jezus. Ik denk bijvoorbeeld aan de LEPRAzending. Ooit zag ik met eigen ogen hoe in Nepal medewerkers van deze organisatie met grote toewijding de wonden verzorgden van mensen die aan lepra leden. Stinkende wonden, die, wanneer ze niet werden verzorgd, zouden leiden tot vreselijke verminkingen.

Een ander voorbeeld, heel dichtbij. Vanuit Wierden draagt de stichting Thomas zorg voor mensen in Madras, India. Dit land staat niet bekend als arm, evenmin als antichristelijk. Toch is de kloof tussen arm en rijk geweldig groot. En sinds de laatste verkiezingen, waarbij een nogal strak hindoeïstische partij won, is het er voor de christenen niet gemakkelijker en veiliger op geworden. Op een congres van de Hindoe wereldraad in Delhi, werden pamfletten uitgedeeld waarin bekend werd gemaakt wie de vijf vijanden waren van het hindoeïsme. Het christendom zou een van de vijf zijn.

Mevrouw dr. De Vries uit Wierden, reist met enige regelmaat naar India. Zij geeft er les aan het Hindustan Bible College en bezoekt de projecten van de organisatie. Dan gaat het om weeskinderen bijvoorbeeld en om weduwen. 400 van deze laatsten ondersteunt men met voedsel. Mocht u nog eens in een dienst aandacht willen besteden aan zending en diakonaat, nodig dan mevrouw De Vries uit. Zij heeft preekconsent.

Is het een vreemde gedachte, wanneer ik stel dat de christenen die niet worden vervolgd om hun geloof, geroepen zijn om ‘zichzelf tekort te doen’? Ik bedoel (een idee voor de vastentijd wellicht) dat de vraag niet zou moeten zijn hoeveel ik geef aan doelen die de armen en zwakken steunen, maar dat de vraag veeleer is hoeveel ik voor mijzelf mag gebruiken. Is dat zo gek?