Het zou te simpel zijn, wanneer het gebeuren van Pinksteren zou worden uitgelegd als de oplossing voor alle geloofsvragen. Te vaak heb ik horen zeggen, dat een bepaalde stap alles betekenend en alles overwinnend zou zijn. ‘Als jij je maar laat dopen, dan komt alles goed.’ Of: ‘Als je de heilige Geest maar de ruimte geeft, dan twijfel je niet meer’. Wie zo denkt, geeft een te groot gewicht aan wat een mens kan doen.

Alsof de kwaliteit van onze relatie met God wordt bepaald door wat wij zelf beslissen. Natuurlijk is het van belang hoe wij ons gedragen. Zeker in de omgang met de Heer onze God. Maar het initiatief ligt bij hem. Hij geeft wat wij nodig hebben; hij maakt duidelijk wat wij nodig hebben te weten om te geloven. Hij leert ons wat het wil zeggen om leerling te zijn van Jezus. Dat gezegd zijnde, valt er nog heel wat te ontdekken over de betekenis van Pinksteren. En dat dit ontdekken nodig is, daarvan ben ik overtuigd. Geloof is kwetsbaar. Geloof is vaak een bron van onzekerheid. Soms zelfs een oorzaak voor angst. Het lijkt vaak wel alsof wij door een hele serie sluiers kijken wanneer het gaat om wat God en geloof voor ons betekenen. Dat kan er toe leiden dat we niet zo goed weten wat we geloven en wat we mogen verwachten. Mensen, die dat door hadden, baden vaak om een doorbraak. Zij baden om vervulling met de Geest van God. Indrukwekkende verhalen zijn daarover geschreven.

Zoals over die gemeente in de VS, waar men bidstonden hield omdat men meende dat geloven zoveel vuriger en levendiger zou kunnen zijn. Het speelde in 1906. De Geest werd uitgestort, met tekenen als op de eerste Pinksterdag. Iets dergelijks herhaalde zich in het midden van de vorige eeuw op de universiteit van Notre Dame, ook in de VS. Beide gebeurtenissen leiden tot wereldwijde opwekkingen. En steeds was het gevolg, het doorbreken van die ‘sluiers’, die de vaagheid en onzekerheid in stand hielden. De mensen, die bij deze bewegingen betrokken raakten, werden niet alleen zeker van hun verbondenheid met Jezus, maar ze kregen ook een sterk verlangen om anderen met het Evangelie bekend te maken. ‘Vol van de Geest’, wat moet een mens zich daarbij voorstellen? In de eerste plaats gaat het natuurlijk om de erkenning dat verlossing door Jezus echt nodig is. Geen zoet gedoe, maar overgave en een radicaal en serieus toevertrouwen van het totale bestaan. Jezus als Heer. Dat wil zeggen, dat we het houden van God en van de naaste gaan leren in de bezigheden van elke dag. Maar daarna gaat het om eenheid van hoofd en hart. Wij kunnen van alles weten over Jezus, maar in hoeverre bepaalt dat weten hoe wij zijn, doen en denken? Het hart is, bijbels gezien, de plaats waar we onze keuzes maken, onze beslissingen nemen. En ‘vol van Gods Geest’ betekent dan dat niet ‘ik’, maar Jezus bepalend is.