‘Van hagelslag naar halal’, is de titel van een serie Tv- uitzendingen. Drie dochters, die een keuze maakten voor de islam. Drie moeders, die met deze stap moeite hebben. Samen zijn ze op reis geweest in Jordanië. De hoop was, dat ze elkaar beter zouden gaan verstaan. Dat de relatie zou verbeteren of zelfs worden hersteld. Of dat inderdaad is gebeurd weet ik uiteraard nog niet. De eerste uitzending is op 24 november.

 

Wat ik er tot nu toe over las, geeft de indruk, dat onder meer de structuur aantrekkelijk is die je als moslim aangereikt krijgt. Allerlei handreikingen met betrekking tot je voedsel, je dagindeling en je gedrag in het openbaar. En het is prima natuurlijk wanneer iemand langs deze weg greep krijgt op het eigen bestaan.

 

Toch roept het bij mij ook vragen op. Niet alleen omdat ik vrees, dat een dergelijke serie over moslimjongeren die christen worden niet gemaakt zou kunnen worden. Dit niet omdat ze er niet zouden zijn – in tegendeel - maar vanwege de zorg om mogelijke minder prettige reacties. Niet iedere moslim in ons land accepteert een overstap. Vele wel, maar toch …

 

Wat mij raakt, is de vraag die dit programma oproept naar de duidelijkheid van de christelijke levensstijl. 

 

Wanneer ons christen – zijn niet herkenbaar is; wanneer ons christen – zijn kennelijk geen structuur geeft aan ons leven, wat stelt het dan voor?

 

Dat we opvallend anders kunnen zijn dan onze niet – of andersgelovige medelanders, mag duidelijk zijn. ‘U heel anders’, schrijft Paulus. ‘U hebt Christus leren kennen’.

 

Dan is het logisch, dat we onszelf de vraag stellen waarin wij dan anders zijn; op welke manier we herkenbaar zijn als christenen. Waarom vinden sommigen, op zoek naar geloof, niet bij Jezus, wat zij elders wel vinden?

 

Hebben wij ons zo aangepast aan onze omgeving, dat we niet meer te onderscheiden zijn?

 

Natuurlijk, er was een tijd dat wij te maken hadden met strenge gedragsregels; met ‘raak niet, smaak niet, roer niet aan. Dat we daarvan vrij zijn gekomen heeft zeker voordelen. Maar zijn we wellicht doorgeslagen?

 

En het gaat niet alleen over de Islam. Neem onderwerpen als meditatie en spiritualiteit. Mensen zoeken dit overal en geven er soms kapitalen voor uit. Terwijl we in onze christelijke traditie een enorme rijkdom hebben aan mogelijkheden met betrekking tot deze onderwerpen.

 

Om een voorbeeld te noemen. Zelf groeide ik op in de gereformeerde traditie van regelmatigheid: kerkgang, Bijbellezing, gebeden. Toch was het een openbaring voor me toen ik als student mensen ontmoette die Stille Tijd hielden. Elke dag een moment om de Bijbel te lezen, te luisteren naar wat ik las en er vragen bij te stellen, om daarna de tijd te nemen om te bidden. Van een van mijn professoren leerde ik dat Bijbellezen gelijk staat aan omgang met God. Over meditatie gesproken!

 

Wat zouden wij kunnen doen, kunnen veranderen, om ons geloofsleven meer inhoud te geven? Meer inhoud, zodat ons geloven misschien ook gaat opvallen en aantrekkelijk kan worden voor wie op zoek is naar ‘meer’?