Het kwam voorbij op Facebook. Twee plaatjes onder elkaar. Op het eerste een tekening van een voorganger, die vanaf de kansel aan de mensen vroeg wie er verandering wilde. Het enthousiasme was groot. Alle gezichten straalden en alle handen gingen omhoog.

 

Het tweede plaatje was bijna gelijk aan het eerste. Nu was de vraag wie er wilde veranderen. Geen enkele reactie, alleen gebogen hoofden.

 

Een passende illustratie wellicht voor menige gemeente die voor belangrijke keuzen staat.

 

Een kerkgebouw sluiten. Een predikant niet vervangen. Samengaan met ‘die anderen’. Op de een of andere manier moet toch de begroting zo sluitend mogelijk worden gemaakt.

 

Het zijn ingrijpende veranderingen, ze raken mensen diep. Maar gelukkig die gemeente, waar men tijdig de nodige maatregelen treft.

 

En hopelijk gaat het dan wel in goed overleg. Kortgeleden sprak ik iemand, een actief gemeentelid (in de Randstad ergens), dat mij vertelde dat ‘van bovenaf’ de boodschap was neergedaald dat het kerkgebouw zou worden gesloten. Kun je betrokkenen nog harder op hun tenen en hun hart trappen?

 

Maar ook als het goed wordt aangepakt, kan het niet anders dan dat verandering het nodige kost.

 

Niet eens zozeer het moeten wennen aan elkaar na een fusie, of het vinden van een eigen plek in een nieuw gebouw. Dat zijn ‘pinda’s’. Eigenlijk valt elke verandering op die terreinen wel te overleven. Maar de verandering van onszelf?

 

In Enschede gingen vijf kerken dicht. In een klap. Maar de verhalen die nu kunnen worden verteld, zijn goed. Mensen hebben er zin in en willen er iets van maken. Niet alleen de organisatie is veranderd, kennelijk ook gemeenteleden.

 

Daar zit denk ik het geheim. Wij kunnen vastgeroest raken in hoe we het gewend zijn. Dan is de verleiding groot om alle energie te steken in overleven en in stand houden. Elkaar tevreden houden zolang het schip nog niet zinkt. Maar lag onze opdracht niet buiten de kerkmuren? Vroeg Jezus ons niet om mensen te ’vangen’ en dezen tot zijn leerlingen te vormen? En om zelf leerlingen te zijn?

 

Dat is toch iets anders dan elkaar zoet en bezig houden. Ook al gebeurt dat met de beste bedoelingen en met veel trouw en inzet. Gebouwen en organisatievormen zijn hulpmiddelen, geen doel. Ik weet het, het is gemakkelijk gezegd. Zelf weet ik ook graag waar ik aan toe ben. Zelfs als het gaat om de hoek van het kerkgebouw waar ik graag zit tijdens een dienst.

 

En ook als alles nog lekker loopt en er geen zorgen zijn over de financiën e.d., is er nog veel om over na te denken. Hoe verstaanbaar zijn we voor elkaar en anderen in onze taal? Hoe aantrekkelijk voor jonge leden is onze muziek? Wel eens gelet op het aantal jongeren dat meezingt bijvoorbeeld?  Wat kunnen we verbeteren als het om de eredienst gaat? En ook dat zou vragen om verandering van onszelf. Immers, we houden graag vast wat we kennen.

 

Dat er dingen anders moeten wordt wel duidelijk. Maar dingen veranderen, zonder zelf te veranderen, zal niet werken.