Het grootste deel van mijn nageslacht is flink bezig met bewegen. Van marathonlopen tot boksen en zo ongeveer alles wat er verder valt te bedenken. Het doet hen bepaald geen kwaad. Twee van de jongens maakten een mooi en stimulerend boek over bewegen en eten. Een andere leert in Egypte mensen duiken en bewegen. Ze hebben het werkelijk niet van hun vader, ook al wil die ook graag op een andere manier mensen in beweging krijgen. Toch is er overeenkomst.

 

Bankhangen maakt uiteindelijk niet bijster gelukkig. Vastgeroest raken in gewoonten en leefstijl doet een mens geen goed. Wat het lichaam betreft weten we het (hopelijk) zo langzamerhand wel. 30 minuten per dag op z’n minst lopen, fietsen, de trap op en neer. Mogelijkheden zijn er genoeg, maar ‘de tijd ontbreekt’ of de zin. Smoezen te over en zelden zijn deze geldig.

 

Hoe besteed ik mijn tijd? Waaraan? Het aantal nutteloze kwartieren is bij velen groot. Neem alleen al de tijd van het schermstaren. Of dat nu Tv is, smartphone, PC, of welk apparaat dan ik. Gisteravond zag ik er nog zo één. Het was donker. Licht zat er misschien wel op zijn fiets, maar het was niet ingeschakeld. Wat wel verlicht was, was zijn schermpje, waar hij aan vastgekleefd leek te zijn. Ik hoop dat hij van een sporttraining kwam, maar vooral dat hij zijn rijgedrag zonder ongelukken overleeft.

 

Maar de overeenkomst. Hoe vaak heb ik al niet de opmerkingen gehoord over bijbelgebruik die ook klinken als het gaat om bewegen. Geen zin, geen tijd, te druk, te lastig en zo verder.

 

Zoals spieren achteruit gaan wanneer ze niet worden gebruikt en het lichaam verslapt en blubberig wordt wanneer het niet redelijk wordt gevoed, zo gaat het met geloof. Wie niet gebruik maakt van het voedingsaanbod, verkommert gaandeweg. En dat aanbod is vol variatie. Kerkgang, persoonlijk bijbelgebruik (‘Omgang met God’ noemde prof. Gispen dat vroeger), samen de bijbel lezen. Allemaal mogelijkheden om geestelijk gezond te worden en te blijven. ‘Geestelijk’, in de zin van het leren leven als volgeling van Jezus.  

 

Ooit zag ik een brochure voor jongeren met de titel ‘Een brief van God’. De bedoeling van de schrijver was om de lezers aan het lezen van de bijbel te krijgen. Je krijgt een brief van iemand waar je van houdt en die van jou houdt. Laat je die brief dicht? Dat was de boodschap. Natuurlijk doe je dat niet. Hoe kan het dan dat je dit wel met de bijbel zou doen?

 

Ik geef toe, dat bepaald niet alles in de bijbel leest als een liefdesbrief. Maar het is wel de strekking van het geheel. Lezen en er over nadenken; ontdekken wat er tegen je wordt gezegd. Het voedt je. Het laat je geloof groeien. Het geeft je ‘spierkracht’.

 

Maar ja, al die smoezen. Wat zou daar de oorzaak van zijn? Of het nu gaat om bewegen of om het onderhouden van je geloof, van je omgang met God?