‘Maar geloof je dan ook, dat Maria zomaar zwanger werd?’ Ze meende de vraag oprecht. Hoe zou iemand zoiets kunnen geloven?

 

Het was na afloop van een kerkdienst waar zij bij was geweest. Ze ging altijd mee met haar man, ook al was het voor haar vaag en onduidelijk allemaal. Er niet mee opgegroeid en misschien daardoor ook niet gefrustreerd geraakt en verleid tot een ‘eigengebreid geloof’, was ze best geïnteresseerd.

 

Het gesprek kwam op de vraag in hoeverre je als mens kon begrijpen waartoe God zoal in staat was. Als God God was, wat was er dan wel of niet mogelijk?

 

Waar het geloven nogal last van heeft, is dat wij denken God te kunnen beperken tot wat voor ons wel of niet aannemelijk is. Wat ons menselijk brein voor onmogelijk houdt, zou niet kunnen. Maagdelijke geboorte, water dat (zomaar) in wijn verandert, Jezus die over het water loopt. En waar blijft dan het mysterie? Als alles verklaarbaar is, dan wordt de wereld, dan wordt het leven koud. Toch wordt dat geprobeerd. Liefde is dan een chemisch proces, geloof is angst voor het leven, God is een bedenksel van mensen – en ga zo maar door.

 

Een prachtige benadering vind ik een gedicht van Willem Barnard (Guillaume van der Graft). ‘Vragenderwijs’ heet het en het eindigt zo: wat is er dan – er is alleen een visserman – die draagt het water onder zijn voeten – die draagt een boom op zijn rug – die draagt op zijn hoofd een vogel.

 

Een dergelijke aanpak sleept je als het ware een wereld binnen die zoveel verder gaat dan wat voor de hand ligt en goed te begrijpen is. Je wordt opgenomen en meegenomen naar een werkelijkheid die zeker te beleven is, maar niet te verklaren.

 

Als God God is, wat is er dan voor hem niet mogelijk. Hoever kan hij dan ons begrip niet te boven gaan?

 

In het begin was de aarde chaos, totdat God sprak. Toen begon de ordening, die leven mogelijk maakte. Leven dat de Heer zelf gaf aan mens, dier en plant. Zal ik dat ooit begrijpen hoe dat ging? Of valt er om te beginnen alleen maar een lied over te zingen? God sprak; hij, de Schepper, en in de schoot van Maria ontstond leven. Natuurlijk begrijp ik dat niet, maar zou het daarom ook niet kunnen? Wat kan ik verwachten van een god die niet groter is dan de maat van mijn verstand, denken en voorstellingsvermogen? Een dergelijke god is een afgod, door mij bedacht en in elkaar gezet. 

 

Wie de koers vaart van het verstand en begrijpen alleen, loopt op de klippen. Zeker, wij hebben de goddelijke opdracht ons verstand voluit te gebruiken. Maar wie zich daarvan afhankelijk maakt alsof er niet meer is dan dat, mist het geheim. Het is nodig om zoveel mogelijk te onderzoeken en te begrijpen. Maar een relatie, met God en met mensen, vraagt om meer. Daar komt gevoel en overgave bij kijken. Dat is een zaak van het hart.