Veel mensen vinden het heerlijk om na een vakantie weer thuis te komen. Je vrienden weer zien, verhalen delen, je eigen kamer, je eigen bed.

 

En je eigen kerk? Misschien heb je er heel wat bekeken in binnen- of buitenland. Ook in eigen land mogelijkheden genoeg. Mij heeft het tenminste verbaasd hoeveel er ook door de week in kerkgebouwen wordt gedaan. Vooral daar natuurlijk waar gasten rondlopen. Concerten, zangbijeenkomsten, exposities.

 

En dan ben je weer thuis. Je eigen kerk. Vertrouwd op je eigen plek; mensen om je heen die je kent en waarvan je het fijn vindt dat je ze weer ziet. Leuk en gezellig. Het is natuurlijk wel de vraag of dat nu de bedoeling is van het gemeente – zijn. Voor leuke dingen en voor gezelligheid zijn er ook heel wat andere mogelijkheden.

 

Neem eens een voetbalclub als voorbeeld. De tegenstander is gekomen en staat klaar op het veld. De leider komt vragen waar de thuisclub blijft. Deze blijkt in de kantine te zitten, want daar is het leuk en gezellig. De thuisspelers zijn eigenlijk verbaasd dat de gasten echt gekomen zijn om te spelen. Dat is toch vermoeiend en geeft ook nog kans op blessures. Erg ongezellig toch?

 

Het is natuurlijk een raar voorbeeld. Zo rommelig, onaangepast en dom zal het waarschijnlijk en hopelijk nergens in de kerk ooit gaan. Maar de vraag waar ik naar toe wil is deze: Voel jij je/ voelt u zich mee verantwoordelijk voor de eigen  gemeente? En betrokken?

 

Als puber – en dat is lang geleden – was er voor mij een belangrijke reden om op zondagmorgen richting de kerk te gaan. Dat had niets te maken met een verlangen naar het Goede Nieuws. Mijn vrienden zou ik daar ontmoeten. Vrienden, kennissen ontmoeten, het kan zelfs voor ouderen een reden zijn om de kerkgang er in te houden. En ook dan is men welkom.

 

Het beeld dat bijvoorbeeld mannen als Petrus en Paulus aanreiken is nogal anders. Zij hebben het over zaken als onderlinge verbondenheid, opbouw van geloof en groep, over het bereiken van nieuwe mensen. Waar zij over schrijven, dat vraagt om mensen die voluit meedoen. Dat dit werd begrepen in die dagen, blijkt ook uit het feit dat ondanks alle tegenwerking de kerk groeide als kool. Kennelijk kan God mensen, die laten merken dat zij verantwoordelijk willen zijn, goed gebruiken.

 

Gelukkig zijn er altijd dergelijke mensen te vinden. Maar als we eerlijk zijn, moet ook gezegd worden dat er consumenten zijn onder ons. Het is ook lang niet altijd gemakkelijk om te blijven beseffen dat wij leerlingen zijn. Leerlingen, van wie wordt gevraagd dat zij delen wat ze krijgen. Delen in eigen kring, door mee te helpen de gemeente draaiende te houden, geloof te bouwen en fris te houden. En delen met wie nog niet kennis heeft gemaakt met Jezus.

 

Het is heerlijk om na een tijd die anders was dan het gewone weer thuis te zijn. Thuis in huis en kerk. Om ook weer mee te vieren en te delen.