Een paar weken geleden was het Jom Kippoer, Grote Verzoendag. Een van de heel grote joodse gedenkdagen. Een dag van vasten en bezinnen. Enkele dagen eerder kreeg ik van een goede bekende een mailtje met de vraag of er ook iets was waarvoor zij mij vergeving moest vragen. Of ik dit dan nu wilde laten weten. Dat deze vraag ook hoorde bij de voorbereiding op de Verzoendag wist ik niet. Maar wat een goede gewoonte, ook al is het een keer per jaar. Natuurlijk, wat vergeven moet worden zou eerder, direct, moeten worden aangepakt. Dat dit niet gebeurt weten we allemaal. Dan kunnen nare dingen gaan broeien en soms uiteindelijk uitbarsten.  Daarom is deze verplichting zo goed. Een mens wordt met de neus op de feiten gedrukt. Je kunt wel doen alsof alles in orde is, maar als er iets dwars blijft zitten en de kans krijgt wortel te schieten, zal het resultaat bitter zijn.

 

Wij kenden de gewoonte van het schoon schip maken ook. Driemaandelijks, als voorbereiding op de viering van het Avondmaal. Een voorbereidingspreek herinnerde aan de noodzaak om op te ruimen wat in onderlinge relaties niet goed zat. Soms ging een ouderling zijn wijk door om te vragen of er nog iets gedaan moest worden voordat men ‘aan tafel’ kon. Het gevaar is natuurlijk dat langzaam maar zeker slijtage optreedt en de zaak niet meer serieus genomen wordt. Zo hoorde ik het (oude) verhaal van de ouderling die op het keukenraam klopte en vroeg: ‘Is er nog iets?’ Goed bedoeld waarschijnlijk, maar vast niet effectief.

 

Het zit wel goed met ons en God is lief. Is dat de sfeer waarin wij terecht zijn gekomen? Ik vraag het me wel eens af wanneer ik als gastpredikant een orde van dienst krijg toegestuurd waarin geen ruimte is voor het gebed om vergeving (met bijbehorende toezegging en leefregel).

 

Denk niet dat ik zou willen pleiten voor het iedere zondag maar weer aanzeggen van het oordeel, met hel en verdoemenis als dreiging. Dat is een ander en vaak nutteloos uiterste. Maar het besef, dat Jezus alles meedroeg dat ons van God en van elkaar verwijderd toen hij werd gekruisigd? Enig besef van schuld? Weliswaar is het dankzij Jezus goed tussen God en ons, maar dat betekent niet dat wij voortaan vlekkeloos leven. ‘Een zondaar, een verloste o Heer …’, zo zong en zingt men het.

 

We hebben nog altijd te maken met het menselijk tekort. Zeker, daar wordt soms teveel nadruk op gelegd. Elkaar de put in praten is niet zo moeilijk, maar wel fout. Immers, we worden ook ‘een koninklijk priesterschap’ genoemd. We mogen er zijn en zijn – zoals we zijn – welkom bij onze Heer. Maar de boel op orde houden is meer dan nodig.

Vanmiddag heb ik weer blad geveegd en zal dat de komende tijd nog regelmatig moeten doen. Met de bezem in de hand nadenken over wat het betekent opruiming te houden, vuil weg te werken. Ook het vuil, dat kan binnendringen in de relatie met God en medemens. Prima bezigheid