Hij heeft niet helemaal ongelijk, Herman van Veen. In een krant werd hij geciteerd: ‘Iedereen die namens God spreekt, kletst uit zijn nek’. Hij heeft zeker ongelijk wanneer zijn uitspraak bedoeld is voor alle spreken namens God. Maar er zijn voorbeelden jammer genoeg waarin mensen menen namens God te spreken en alleen maar hun eigen wensen en ideeën naar buiten brengen. Zoals van die jongen die tegen een meisje zegt dat de Heer heeft gezegd dat zij met hem gaat trouwen. Haar antwoord was dat ze dan maar moesten wachten totdat het ook tegen haar gezegd werd. Erg wordt het wanneer dictators en andere op macht belusten de naam van God misbruiken. Het gebeurt. Maar Herman van Veen heeft volstrekt ongelijk wanneer hij bedoelt dat spreken namens God totaal onmogelijk is. Tenzij je er natuurlijk van uitgaat dat God niet bestaat of nooit iets te zeggen heeft.  

 

Opruimend, kwam ik een oud krantenartikel tegen met een interview met professor Glas, filosoof en psychiater. Hij kreeg de vraag of God spreekt en zijn antwoord was: ‘Ja. Gods onzichtbaarheid is een kruis voor het verstand, maar schept ruimte voor het woord. Het christendom is een religie van het woord. God spreekt in de ‘bediening’ van dat woord.’ En denk dan niet alleen aan preken en zo. Een opmerking, een tekst die je leest en die je raakt, aanspreekt. Het woord, het spreken van God, kan op allerlei manieren naar je toekomen. Het is mij een aantal keren overkomen dat iemand na een kerkdienst vertelde erg te zijn aangesproken/geholpen door iets. Op de vraag wat dat dan wel was geweest volgde bijna altijd een antwoord waarvan ik dacht: ‘Heb ik het daarover gehad?’ God spreekt en werkt kennelijk op zijn eigen manier en gebruikt wat voor handen is om iemand die voor hem openstaat te bereiken.

 

Mijns inziens kan het niet anders dan dat (ook) dit het werk is van God de heilige Geest. Zoals Jezus beloofde is deze voor iedereen gekomen om duidelijk te maken waar het om gaat. Over wie het gaat. Daar is ontdekking bij nodig, zelfinzicht. Professor Glas zegt: ‘Wij zijn niet uit onszelf in staat ons voor God te interesseren. We hebben ons leven te verliezen om het te winnen’. God spreekt ons aan en vraagt om vertrouwen, om overgave. Wanneer de Geest van God in ons komt wonen, raken we onze eigenheid en onze verantwoordelijkheid niet kwijt. Integendeel. We worden op het spoor gezet van de ontwikkeling naar wie wij als leerlingen van Jezus, als kinderen van God, kunnen en mogen zijn: mensen uit één stuk. Het belang van de persoon en het werk, de activiteit van de heilige Geest, wordt vaak erg onderschat. Weinig aandacht is het gevolg. Terwijl Jezus duidelijk maakte dat zijn leerlingen geen kant uit konden zonder. ‘Hij zal jullie alles te binnen brengen.’ Begrippen als ‘kracht ontvangen’ en ‘getuige zijn’ gebruikte Jezus. Wie denkt dat dit allemaal niet meer nodig is, weet misschien niet meer waarvoor hij leeft en gelooft.