Het was een prachtige zondagmorgen. De straten waren nog stil. Hier en daar kerkgangers. We kwamen binnen in een ruime, oude kerk. Heerlijk koel. Veel jonge gezinnen. De kerkeraad bestond uit een aantal mannen van zo rond de veertig. De predikant droeg geen toga, wat ik – gezien de ‘ligging’ van de gemeente – wel had verwacht en ook geen stropdas. Het thema van de dienst was ‘zelfbeheersing’. Het was de afronding van een serie over de vrucht van de Geest. In kringen en diensten was elk onderdeel van Galaten 5: 22 en 23 behandeld. Het werd een leerzame oefening. Als oud-militair (misschien is dat de reden) meen ik dat een voorganger zich correct gekleed moet presenteren. Dus was de eerste hobbel voor mij het accepteren van de kleding, helemaal toen aan het begin van de preek ook nog het jasje werd uitgetrokken. ‘Zelfbeheersing Boomsma’, was de opdracht die ik mijzelf moest geven. Luister en oordeel niet op basis van uiterlijke zaken. Maar het werd nog wilder. De preek duurde zeker drie kwartier, in welke tijd ik voor mijzelf al drie keer ‘amen’ had gezegd. Goede dingen werden er gezegd, leerzaam en uitdagend. Maar toch kwam bij mij de vraag boven of zelfbeheersing niet ook betekende dat het geduld van de hoorders niet al teveel op de proef werd gesteld. Toen de dienst was afgelopen, zochten mijn vrouw en ik een uitgang waardoor we snel konden vertrekken. We hadden nog een afspraak  gemaakt waarbij we er van uit waren gegaan dat een dienst die om 10 uur begon toch wel voor half twaalf zou zijn afgelopen. Omdat het inmiddels kwart voor twaalf was, wilden we snel weg. Geen kans. Hoewel er diverse deuren naar buiten waren, was er maar één open. Een dubbele weliswaar, maar één helft bleef dicht. Door de smalle opening moest iedereen langs de voorganger en zo vormde zich een beste file. Ook nu weer: zelfbeheersing. Iedereen, die een gesprekje wilde met de predikant kreeg daartoe de gelegenheid, zodat de rij maar langzaam opschoof. Zodoende wel het nodige geleerd die zondagmorgen. Al was het (om nog eens iets anders te noemen) de les dat je bij de tekst uit Galaten niet de fout moet maken om zowel over ‘vruchten’ als over ‘vrucht’ te praten. Zoek het maar eens op. Alles wat genoemd wordt is een aspect van één zaak: het werk van de Geest in ons. Anders dan bijvoorbeeld de gaven van de Geest, die heel divers worden toebedeeld, gaat het hier om een totaal. Voor iedere gelovige dezelfde mogelijkheid en uitdaging.

 

Natuurlijk ging de preek van die ochtend niet over de op zich kleine momenten van ongeduld die ik ervoer. Zelfbeheersing gaat over zoveel meer. De voorganger noemde het de basis voor de andere aspecten van het effect van de heilige Geest: liefde, vreugde, vrede, enz. De kern van de tekst is, dat we discipline nodig hebben om eerlijk en toegewijd discipel, leerling van Christus te zijn. Geen discipline zonder zelfbeheersing. Ondanks alles is er heel wat blijven hangen van die dienst.