Menige Nederlander verkeert in de veronderstelling dat de christenen in ons land het onderspit gaan delven. Immers, er wordt al jaren beweerd dat de kerken leeglopen en het is waar dat de ledenaantallen teruglopen. Maar wie het daarbij laat, kijkt te ‘wit’.

 

Het is een manier van kijken die niet alleen wordt toegepast op de aanwezigheid van het christelijk geloof in ons land. Of het nu gaat over de Pietendiscussie of over de angst dat de Islam ons gaat verdringen. Zoveel meer is er nog te noemen over dit onderwerp. Maar altijd weer heeft het te maken met het uitsluitend rondkijken in de eigen beperkte kring. Wij, de witte, oorspronkelijke bevolking, zouden het centrum zijn van het Nederlandse heelal en met elke verandering hebben we moeite. Sommige politieke partijen spinnen er goed garen mee. Maar wat is de werkelijkheid?

 

Van de ongeveer 25 miljoen migranten die van buiten Europa tot nu toe naar ons toekwamen schat men het aantal christenen op 13 miljoen. Dat is niet zo vreemd, stelde de schrijver, want van de 2,2 miljard christenen wereldwijd woont twee derde buiten Europa. En vaak is dat in landen waar oorlog en honger hen als minderheid het leven steeds moeilijker maken. ’Voor vele christenen in de wereld is discriminatie en geweld dagelijkse kost’, schreef Theo Krabbe.

 

Een paar maanden geleden stond zijn column in een regionale krant (Tubantia) met als kop: God is terug. Een dergelijk opschrift wekt in deze tijden nieuwsgierigheid. Er werd geschreven over een pas verschenen boek, dat ook nog eens gekozen was tot het beste theologische boek van het jaar. De titel was De terugkeer van het Christendom in de Lage Landen.

 

Ondanks de band die bestaat tussen vele migrantenkerken en de PKN, is het voor de meesten van ons een onbekende wereld. Zeker, in Twente kennen we de christenen uit Syrië. Maar verder naar het Westen van ons land is de veelkleurigheid groot. Strijdbaar en vitaal zijn veel kerken, die in hun eigen taal het geloof vieren. Christenen uit Ghana, Iran, Congo, China, enz.

 

God laat zijn Kerk niet los, dat mag duidelijk zijn. Dat er verschuivingen plaatsvinden is ook duidelijk. Maar dat is niet nieuw. De geschiedenis is er vol van. Die veranderingen zijn geen reden tot paniek, maar wel staan wij hier in het Westen voor de uitdaging om er op in te spelen. Plaatselijk en landelijk. In onze eigen gemeenten speelt de vraag hoe wij bij rand- en buitenkerkelijken  belangstelling kunnen wekken voor het Evangelie. En dat niet alleen. Hoe kunnen we bij hen die wel meeleven en meedragen het vuur brandend houden en/of aanwakkeren.

 

Bij dat alles is het in ieder geval van belang dat we ons niet van de wijs laten brengen door hen die ons willen doen geloven dat het allemaal voorbij is of gaat. Onze Heer is gekomen en zal komen en intussen blijft Hij met ons bezig. ‘Kracht’ heeft Hij ons beloofd toen Hij voorlopig afscheid nam. Laten we daarop blijven vertrouwen.