Het was een ouder bruidspaar. Beiden waren de vijftig wel gepasseerd en hadden dus de nodige dingen meegemaakt. Je zou het een paar ‘met een rugzak’ kunnen noemen. Ik had aan hen gevraagd wat hen zoal voor ogen stond voor de trouwdienst. Liederen, teksten. Zij kozen twee lezingen en daarnaast nog een tekst die ze graag als trouwtekst wilden. Wat me opviel was, dat alle teksten gingen over hoop en verwachting. Niet eigen kracht en mogelijkheden, maar de leiding en steun van de Heer. Op zich is dat niet zo vreemd voor een gelovig bruidspaar. Maar het staat behoorlijk dwars op de trend van onze dagen. Allerlei technieken en cursussen worden ons immers aangeboden die er van uitgaan dat je gelukkig wordt wanneer je er in slaagt de bronnen aan te boren in jezelf. Nu is er weinig of niets mis met het ontdekken van de mogelijkheden die er in ons schuilen. Niet voor niets hebben we gaven en talenten gekregen. Deze ontdekken en gebruiken is een christelijke opdracht. Maar waar God uit het zicht is geraakt, worden we op onszelf teruggeworpen. Dan gaat het er uitsluitend om te ontdekken wat er in ons aanwezig is. Dat kan mee- en tegenvallen. Het kan ook heel vermoeiend worden want wanneer ben je tevreden met wie en hoe je bent?

 

Als ik dan een tekst lees als Jesaja 40, vers 31, komt er een heel ander beeld tevoorschijn. ‘… wie hoopt op de HEER krijgt nieuwe kracht: hij slaat zijn vleugels uit als een adelaar …’.

 

Soms wordt beweerd dat geloven een teken van zwakte is. Wie afhankelijk is, kan kennelijk zichzelf niet redden. Maar is dat zo? Of is juist de mens die afhankelijk kan zijn de sterke? Of dat nu afhankelijk is van een medemens of van God. Liefst van beide trouwens wat mij betreft.  Mooi zoals Jesaja die tekst vervolgt trouwens. Dan gaat het over lopen en niet moe worden en rennen zonder uitgeput te raken. Bij die woorden dacht ik om eerlijk te zijn wel eens dat het mooi zou zijn, maar dat de werkelijkheid anders was. Totdat ik me realiseerde waarom dat lopen en rennen volgde op wat er van de adelaar wordt gezegd. Deze vogel hoeft weinig moeite te doen om te komen waar hij heen wil. Hij zweeft op de wind. Hij wordt gedragen. Zo gelezen, merk je dat in deze tekst de belofte ligt dat God draagt wie op Hem hoopt. Dus ook hier weer: afhankelijk durven/kunnen zijn. En de afhankelijkheid van de adelaar bezorgt de kijker het beeld van kracht en grootsheid.

 

Misschien moet je ouder worden of op een andere manier tegen je grenzen aanlopen om te ontdekken hoe bevrijdend het is te weten dat je er niet alleen voor staat. Maar je gunt het niemand om uit te gaan van eigen kracht tot de grens bereikt wordt en uitputting volgt.

 

Sterk is wie zichzelf overwint staat er in de Bijbel. Ook dan gaat het over afhankelijk kunnen zijn.