De laatste tijd spreek ik voornamelijk mensen van 65 jaar en ouder. Mensen, die of een paar weken de zon zoeken, of overwinteren in het zuiden van Portugal. Wat mij opvalt is, dat er meestal maar een vraag nodig is om een heel verhaal te mogen aanhoren. De uitdrukking, dat ieder huis zijn kruis draagt, wordt ook hier bevestigd. Het meest pijnlijk zijn de verhalen over kinderen die het contact met hun ouders hebben verbroken. Verhalen van grootouders, die nooit hun kleinkinderen zien en kunnen knuffelen. Het zijn verhalen als zwaarden die door je ziel gaan. Vooral wanneer je zelf een goede band hebt met je kinderen en je kleinkinderen (momenteel ver weg) via beeldtelefoon hoort zeggen dat ze van je houden.

 

Een tweede – en vaker voorkomend - verhaal is dat van kinderen die de weg naar de kerk niet meer kunnen vinden, die wel zouden willen geloven misschien, maar het lukt niet. Soms leidt dat tot een negatieve, haast agressieve houding naar wat voor de ouders van zo groot belang is. Soms klinkt er hoopvol in de oren van de ouders dat hun kinderen het vertrouwen van het geloof, de geborgenheid missen. Dat het hen verdriet doet dat ze het ‘oud vertrouwen’ niet meer kennen. Zeker in dat geval is het voor de ouders een troost dat God niet loslaat met wie Hij ooit begon.

 

‘Maar waarom spreekt de kerk zoveel jongeren niet aan?’ vroeg iemand. Zelf gaf hij het antwoord dat het zou kunnen liggen aan het feit dat zij opgroeien in een totaal seculiere samenleving. Maar zou dat het enige zijn?

 

Een kerk, die sterk gericht is op een zorgvuldige liturgie bijvoorbeeld, hoeft niet onverstaanbaar te zijn voor jongeren en jonge gezinnen. Evenmin een kerk waar al honderden jaren dezelfde orde van dienst wordt gebruikt. Natuurlijk is de vorm, de presentatie van belang. Daar wordt op veel plaatsen ook veel aan gedaan. Maar zaligmakend is ook dat niet. Wat dan wel?

 

In de eerste plaats denk ik dat het zal gaan over de vraag of ‘de hoorders’ merken dat de boodschap over hen gaat. Over hun leven en over de plaats die God daarin heeft.

 

Maar wie heeft God nodig? Als Hij inderdaad liefde is, zal Hij toch niemand afwijzen? En schuld die vergeven moet worden? We zijn toch prinsessen en prinsen en we zijn allemaal even aardig. Wat zou er met ons mis kunnen zijn? Bovendien zijn we netjes en braaf, zeker ook waar het een eventuele kerkelijke betrokkenheid betreft. Wat zou ons moten worden vergeven. Waarom zouden wij nog met God moeten worden verzoend?

 

Zondebesef is mijns inziens een lastig woord geworden. Onherkenbaar voor de doorsnee mens en misschien (waarschijnlijk?) voor nogal wat kerkgangers.

 

Toch, wanneer op een verstaanbare manier duidelijk kan worden gemaakt wat de betekenis is van het verzoenend sterven van Jezus, waarom dat ook voor ons nodig was, zou het best eens kunnen zijn dat mensen, jong en oud, geraakt worden. Vergeving, verzoening, met God en met elkaar, kan zoveel heel maken.