Het kan gemakkelijk worden uitgelegd als een poging om de vraag te ontwijken. Alsof het onderwerp te moeilijk is voor een mens en deze het toch nooit zal begrijpen. Het lastige is, dat dit ook nog op waarheid berust. Mensen kunnen nog zulke mooie dingen zeggen en schrijven over de heilige Geest en over de Drie-eenheid, maar een begrijpelijke verklaring zal dat niet zo gauw opleveren. Vader, Zoon en heilige Geest, drie en toch één. Onze manier van denken is niet echt geschikt voor dergelijke ideeën. Wanneer wij al moeite hebben met geloven in het bestaan van wat we niet kunnen zien, wegen en meten, hoe zullen we dan weg weten met een mysterie?

 

Zelf probeerde ik catechisanten in het verleden wel eens op weg te helpen met het voorbeeld van mijzelf als zoon, man en vader. Drie verschillende invalshoeken en toch één en dezelfde persoon. Maar wat verklaart dat ten aanzien van God?

 

Een andere benadering was die van de Vader als God die er voor ons is, de Zoon als God die met ons is en de Geest als God die in ons woont. Maar wat zegt dat over de eenheid van deze drie?

 

Door andere godsdiensten – de Islam bijvoorbeeld – wordt ons verweten dat wij drie goden aanbidden. Wel begrijpelijk, omdat in de loop van de tijd de meer mystieke stromingen in de Islam op de achtergrond zijn geraakt. Het lijkt er nu meer en meer te gaan om het naleven van zo praktisch mogelijke regels.

 

Zelf ben ik zo langzamerhand wel tot de erkenning gekomen dat er in het geloof veel is waar ik met mijn verstand niet bij kan. De leus van de Mariazusters spreekt me wat dit betreft aan: Mijn Vader, ik begrijp U niet, maar ik vertrouw U. En dat geldt niet alleen voor God de Vader. Natuurlijk wil dat niet zeggen dat ik niet mijn best hoef te doen om zoveel mogelijk te begrijpen, om wat ik heb aan verstand zo goed mogelijk te benutten. Maar hoe waar is het niet dat naarmate een mens meer weet, deze beseft hoe weinig zij of hij nog maar weet. Anders gezegd - om de vroegere professor Gispen te citeren – ‘De hoogste wetenschappelijke wijsheid is te kunnen zeggen: Ik weet het niet’. Dat immers, geeft ruimte om te ontdekken, om te leren. En wij zijn en blijven leerlingen, als volgelingen van Jezus.

 

Wat er in ieder geval gezegd kan worden over de heilige Geest is, dat deze de ‘kracht van God’ is. Zo zei Jezus het, vlak voor zijn Hemelvaart. Zijn leerlingen zouden kracht ontvangen wanneer de Geest over hen kwam met Pinksteren. En dat is niet weinig. Het woord dynamis wordt door Jezus gebruikt. Het doet denken aan dynamiet. De Geest is dus ‘God aan het werk’; in ons, met ons en door ons. Een Geest die, zegt Paulus, niet verdrietig moet worden gemaakt. Een Geest waarmee wij telkens weer vervuld moeten worden. Hoe dat gaat? Hoe anders dan door er om te bidden, in de erkenning van de noodzaak, maar ook het vertrouwen dat Jezus voor ons stierf en opstond en dat dus zijn belofte van kracht ook voor ons geldt en voor onze dienst aan God en onze naaste.