In deze dagen waarin (eindelijk) de aandacht voor duurzaamheid en soberder leven groeit, zijn we uiteraard ook bezig met wat het betekent om op weg te zijn naar Goede Vrijdag en Pasen. De Lijdenstijd of 40-dagentijd, vraagt vanouds ook om vasten. Onze Rooms-katholieke zusters en broeders geven al heel lang het voorbeeld. Misschien kent u het ‘vastendoosje’? Velen uit die kringen groeiden er mee op. Alle snoep en koekjes die men kreeg op weg naar Pasen, werden in dat doosje gedaan en bewaard. Of dat betekende dat men zich ziek kon eten na 40 dagen zal ik nog eens vragen. In Protestantse kring wordt er tegenwoordig ook op allerlei manieren gevast. Geen alcohol bijvoorbeeld en dat 40 dagen lang. Misschien zijn er ook mensen die al die tijd niet roken of vlees eten. Het zijn op zich stuk voor stuk nuttige zaken mijns inziens. Zeker wanneer dan ook nog het geld dat wordt uitgespaard aan een goed doel wordt gegeven. Maar … het risico bestaat dat men zich zodanig concentreert op het doen van ‘het goede’, dat de betekenis van de ‘40 dagen’ vervaagt of zelfs achter de horizon verdwijnt. Want was vanouds en is ook nu de bedoeling van deze tijd van het jaar? Is dat iets anders dan dat we meer dan anders stilstaan bij de weg die Jezus – ook voor ons – heeft afgelegd? Zijn weg, die steeds eenzamer werd. Zijn lijden, dood en opstanding. En dat alles om ons te bevrijden. Om ons weer bij God thuis te laten zijn.

 

Ik zou niet graag willen, dat het bovenstaande wordt gelezen alsof ik het vasten niet van belang vind. Zolang het een vrije keus is en niet onderdeel wordt van groepsdwang of van gewoonte zonder meer, is het natuurlijk prima.

 

Maar de inhoud! Extra stilstaan bij wat Jezus voor ons mensen deed en onderging. Extra aandacht geven aan wat dat voor ons betekende en betekent. Daar tijd voor nemen, dat zou toch een prachtige opfrisser kunnen zijn voor ons geloven.

 

Nu weet ik uit ervaring, dat er mensen zijn die het vasten maar ‘rooms gedoe’ vinden. Zij hebben het mis. Neem alleen al het begin van de zendingsreizen van Paulus. Hij en Barnabas werden door de gemeente er op uitgestuurd nadat men had gevast en gebeden. Zowel gebed als vasten waren manieren om duidelijk te maken dat men oprecht zocht naar de bedoeling die God had in bepaalde situaties. Vasten spreekt dus naar twee kanten. Allereerst wordt er door aangegeven dat het verlangen daar is om God te kennen, lief te hebben en te dienen. Daarnaast schudt men zichzelf weer eens door elkaar. Ons geloofsleven wordt immers maar al te gemakkelijk roestig en is zonder goed onderhoud snel onderhevig aan slijtage.

 

Misschien zou je persoonlijk heel de Lijdenstijd kunnen samenvatten met een uitdrukking die nogal eens voorkomt in het eerste deel van de Bijbel: Hineni. Abraham zegt en Samuël. “Hier ben ik”, betekent het. En wie dat zegt tegen de Heer heeft vast veel huiswerk te maken.