‘Hoe leest u?’

Vindt u dat een vreemde vraag?

Natuurlijk gaat het er niet om of u vlot leest of stamelend. Met een bril of zonder.

Het is een vraag die Jezus stelt. Maar zoals Jezus hem stelt, is hij in onze nieuwste vertaling niet meer terug te vinden. In de NBV staat namelijk: ‘Wat leest u daar?’

Zowel de NBG 1951 als de Statenvertaling hielden zich aan de Griekse tekst. In die uitgaven staat dan ook: ‘Hoe leest gij?’

Ik vind het leuk om zoiets uit te zoeken wanneer het mij bij het lezen opvalt. Dat zoeken begint uiteraard bij de taal van het Nieuwe Testament, het Grieks. Dan de Rooms-katholieke Vulgata, de vertaling in het Latijn. En ik bezit een Nieuwe Testament waarin in vier kolommen naast elkaar vier verschillende Engelse vertalingen zijn opgenomen. En in al die uitgaven staat, op de een of andere manier: Hoe, op welke manier, leest u uw Bijbel?

De vraag wat er gelezen wordt is gauw te beantwoorden, zeker voor een wetgeleerde. En daar gaat het over in Lucas 10: 25 – 28. Hij hoeft maar te citeren wat hij gelezen heeft. De tekst kent hij wel. Maar hoe dan verder? Het kennen van de Bijbeltekst en van de Bijbelverhalen geeft nog geen zin aan het bestaan en geeft nog geen vrede met God. Wanneer de vraag van deze man niet bedoeld is als valstrik voor Jezus, dan voelt hij kennelijk bij al zijn kennis een gemis. Je hoofd kan wel vol zitten met teksten en leer, maar dat neemt de gevoelde leegte nog niet weg. Daarom vraagt Jezus niet wat leest u?

Deze ‘wat – vraag’ is een kennisvraag. Ik zou haast zeggen: ‘Dat gelooft Jezus wel’. Wil de vragensteller echt een antwoord vinden op wat hem bezig houdt, dan gaat het er om wat hij doet met wat hij weet. Denkt hij na over wat hij leest? Vast en zeker, daarvoor is hij wetgeleerde. Maar hoe denkt hij na? Zoals rabbijnen en schriftgeleerden dat doen? Zoeken naar wat anderen hebben gezegd als uitleg en discussiëren over de vraag wie er de beste uitleg geeft? Allemaal boeiend, maar geeft het zicht op de liefde van God? Het vult het hoofd, maar wat moet je als het hart koud en leeg blijft?

Zo benaderd, is de vraag van Jezus zo geweldig mooi. Een platte vertaling met wat, gaat helemaal voorbij aan wat er hier gebeurt in deze ontmoeting. Dat blijkt ook uit het vervolg van het gesprek, wanneer de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan wordt verteld.

Hoe leest u?, roept de vraag op hoe de lezer opneemt en mogelijk verwerkt wat er gelezen is. Wat wordt er mee gedaan? Hoe heeft het invloed op je denken en je gedrag, op je manier van leven? Hoe krijgt God, door middel van zijn Woord, de plaats die hem toekomt?

De hoe – vraag is als de uitnodiging om een deur te openen. Wie dat doet, komt in een onafzienbare ruimte, waarin van alles te ontdekken valt. Voor wie zo leert lezen, is de Bijbel een dagelijkse happening en een levenveranderende gebeurtenis. Vreemd toch, dat wij vaak zo luchtig met dit boek bezig zijn. Wat we lazen weten we soms na afloop al niet meer – hoe moeten we dan aan het hoe toekomen? Volgens Jezus, door de Bijbel niet alleen te zien als leerboek, maar ook als handleiding. Zowel voor de omgang met God, als met mensen en met Gods schepping.

Hoe lees ik?

Pieter Boomsma