Gezamenlijk Zondagsblad

Informeert en inspireert betrokken kerkmensen

Het was weer raak. In de voorbereiding van een dienst las ik onder meer Johannes 11, de opwekking van Lazarus. Natuurlijk heb ik dat veel vaker gelezen, maar nooit eerder was het mij opgevallen dat in dat verhaal tweemaal staat dat Jezus zich ergert (vers 33 en 38). Eerst al, wanneer Hij ziet en hoort hoe Maria (de zuster van Lazarus) en de Joden weeklagen. Daarna nog eens als een reactie op de opmerking dat Jezus toch wel had kunnen voorkomen dat Lazarus stierf. Dat woord ‘ergeren’ blijkt trouwens een lastig iets te zijn. Vertalers variëren nogal. De een gebruikt ergeren, een ander heeft het over woede en weer een ander gebruikt het woord huiveren. Wat ook de beste vertaling is, het mag duidelijk zijn dat het hele gebeuren, in het bijzonder de reacties van de mensen, Jezus heel stevig raakt. Waarom zou dat zo zijn? Jezus ergert zich. Waarom? Waaraan?

Het is Pasen. Het feest van de overwinning. Wie tot nu toe met Jezus meeging, heeft al heel wat gezien van zijn majesteit. Pas nog was er een heel gedoe geweest over de genezing van iemand die blind was geboren en op sabbat werd genezen. Eerder nog waren er andere genezingen, in Kana en bij het bad van Betzata. Wie het niet had gezien, zal er toch zeker over gehoord hebben. Denk alleen maar aan de reactie van de leiders, die steeds meer overtuigd raken van de noodzaak om Jezus te vermoorden. Men wist en kon weten wie Jezus was en wat Hij kon doen. En toch … Het was al net als op Paasmorgen. De vrouwen die bij het lege graf waren geweest werden niet echt geloofd toen ze vertelden wat hen gezegd was door de engelen. En wees eerlijk: het was ook ongelooflijk. Maar kun je dat volhouden wanneer Jezus voor je staat?

Ergernis. Waarom? Kan het iets anders zijn dan de houding en de opmerkingen van de mensen? Er is totaal geen verwachting van wat Jezus zou kunnen betekenen in deze situatie. Er is alleen gezeur: ‘Heer, als u nu maar op tijd was gekomen, dan zou mijn broer nog leven’. Hij die Heer is over dood en leven, Hij weet wat hem wacht en ervaart ook nu al hoe alleen Hij er voorstaat. En de mensen: ‘Had hij, die de ogen van een blinde opende, Lazarus niet kunnen helpen?’ Teleurstelling moet het zijn geweest voor Jezus; zoveel onwetendheid en ongeloof, zoveel wantrouwen.

Maar het is Pasen. De afloop van het verhaal van Lazarus is een vooruitblik op wat komt. Niemand verwacht dat Jezus er weer zal zijn, zoals niemand iets van Hem verwachtte bij dat graf in Betanië. Maar ons christelijk geloof is een ‘en toch’ geloof. Dood is niet dood. Dood is: overgeleverd zijn aan de macht van het kwaad. Dood is: leven zonder geloof, hoop en liefde.  Maar de Opgestane Heer geeft leven, hoop, liefde, bevrijding. En ik vraag mij dan af hoe mijn reactie zou zijn geweest, in Betanië of bij het lege graf.