Gezamenlijk Zondagsblad

Informeert en inspireert betrokken kerkmensen

 

Leuk artikel kortgeleden in dit kerkblad over het handen geven bij de buitendeur.

 

Het deed mij denken aan een lied van een muziekgroep uit Engeland, lang geleden alweer. Het waren gelovige, maar kritische muzikanten. Zij zongen, dat ze als geïnteresseerde buitenstaanders een kerk in waren gelopen en vertelden al zingend wat ze daar zagen gebeuren. Niets van wat er werd gezegd en werd gedaan begrepen deze toeschouwers. Maar aan het einde van de dienst stond de voorganger bij de deur handen te geven en alle kerkgangers zeiden (en dat herhaalde de zanger keer op keer): “Nice sermon pastor”. Oftewel: “Mooie preek dominee”. En wat is dan wel een mooie of goede preek? Een preek waarin we weer eens hebben gehoord wat we al wisten? De bekende klanken? Werden we bevestigd, zodat we weer gerust naar huis konden? Of was de preek goed omdat de tekst helder werd uitgelegd, met een link naar ons bestaan van elke dag? Kwam duidelijk naar voren, dat het in  de kerk gaat om Jezus? Dat wisten we al, maar dat willen we in ieder geval weer horen.

 

En de rest van de dienst? Herkenbare onderwerpen in de gebeden? Alleen ‘de nood van de wereld’, of konden we ons eigen schuldgevoel ook kwijt?

 

En de lofzang?

 

Met andere woorden: De eredienst is een veelkleurige zaak. In ieder geval is het een ere-dienst. God wordt geëerd en daarmee ons geloven gestimuleerd. Dat hoeft niet zo stevig te gaan als ooit beschreven door Willem Barnard. Hij schreef, dat hij in de loop van de week weer afzakte tot het niveau van het heidendom, maar dan op zondag weer op peil werd gebracht.

 

Als ik dat lees, komt bij mij de gedachte boven dat er toch ook in de week het nodige mogelijk is om het geloof fris te houden. Persoonlijk bijbellezen en bidden, als dagelijkse bezigheid, als ‘omgang met God’, kan toch van een leerling van Jezus worden gevraagd?

 

Maar terug naar het artikel van ds Burggraaf. Wat zeg je tegen de voorganger bij de uitgang van de kerk? Je hoeft natuurlijk niets te zeggen. Een stevige handdruk kan welsprekend zijn. Maar als er iets gezegd wordt – kort natuurlijk, want iedereen wil naar buiten – laat het dan gaan over wat er in het voorbije uur is gebeurd. Persoonlijk zeg ik dan, dat dit liefst geen kritiek moet zijn. Niet omdat het niet zou mogen, maar omdat de situatie zich niet leent om er op in te gaan. Stuur dan een brief of een mail. Zeg iets opbouwends. Zoiets als: Het was goed hier te zijn. Tenminste, als het dat was. “U hoort nog van me”, kan natuurlijk ook. Met die dreiging ga je dan weer op weg naar huis.

 

“Preken is een heidens karwei’ , schijnt iemand eens te hebben gezegd. Misschien is dat wel zo. Meestal niet hoor. Het is geweldig om een preek te maken, om intensief met het Woord bezig te zijn. En om dan te kunnen delen wat je zelf hebt ontvangen.

 

Bid maar voor uw voorgangers.