Gezamenlijk Zondagsblad

Informeert en inspireert betrokken kerkmensen

‘Je merkt het direct’, zei hij. ‘Zodra de zon schijnt en de temperatuur oploopt, zijn de mensen vriendelijker en vrolijker’.

Wat is het, dat wij zo gevoelig zijn voor de omstandigheden? Het is niet alleen het weer. Je merkt het bijvoorbeeld ook in de kerkdienst. De ene gemeente is beslist de andere niet. Wie met aandacht wordt opgevangen of begroet, in de hal of in de bank, zit er anders. En dat gaat verder. Soms heb je de indruk, dat mensen aanwezig zijn omdat zij dat zo gewend zijn. Dat ploegt zwaarder, dan wanneer men kennelijk verwachtingsvol is gekomen om samen te vieren. En dat dit afhangt van de voorganger kan gebeuren, maar het heeft mijns inziens vooral te maken met het soort gemeente dat men is. Wat hebben de mensen met elkaar en met de Heer? En daarnaast met het antwoord op de vraag hoe levend het eigen geloof is.

Stel nu eens, dat Jezus zich had laten leiden door de omstandigheden. Wat zou er dan terecht zijn gekomen van zijn missie? De zon scheen letterlijk wel veelvuldig over zijn leven, maar verder? Mensen zochten hem lange tijd. Menigten stroomden toe. Maar vijandschap was er ook. En afval. Veel mensen haakten af zodra zij begrepen, dat Jezus hen voorhield dat het nodig was om te veranderen. Niet alleen in hun gedrag, maar vooral ook in hun verwachting, in hun geloof.

En wij? Hoe beïnvloedbaar zijn we? De ondersteuning, zoals de kerk die levert in de tijd naar Pasen, wat doet die met ons? Wanneer het leeft in de gemeente, door een gezamenlijk project dat aanslaat, of door samenkomsten in de Lijdens- tijd, dan zal men bewuster op weg zijn naar Goede Vrijdag en Pasen.

Maar verder? Zitten we het Paasproject met de kinderen uit? Hopelijk niet. Het kan immers mee de toon zetten voor zowel de dienst als voor wat we thuis gaan doen. Natuurlijk zijn wij niet vrij van wat er op ons afkomt en wat er om ons heen gebeurt. Maar in hoeverre laten wij ons bepalen door deze zaken? Anders gezegd: Welke ruimte krijgt de Here God, die er op uit is om ons aan te spreken en om ons te beïnvloeden.

Voor Jezus werden de dagen steeds donkerder en dreigender. Op weg naar Jeruzalem probeert hij zijn leerlingen te zeggen wat hem te wachten staat. Zij begrijpen niet waar hij het over heeft. Eenzaamheid moet dat zijn geweest. En het slot, op Golgota, is wel de totale verlatenheid. Zelfs de natuur werkt daaraan mee. Urenlang wordt het donker.

De ‘temperatuur daalt’; de Stille Week nadert. Dagen, waarop wij ons (enigszins) kunnen voegen in het gezelschap van hen, die Jezus laatste uren meemaakten. En dan zou de vraag op kunnen komen wat mijn ‘Halleluja’ betekent. Hoe stevig ben ik geraakt door dankbaarheid voor wat Jezus voor mij heeft gedaan? In welke mate wordt mijn leven beïnvloed door hem, die de zon van de gerechtigheid wordt genoemd?