Wie is Ds. Pieter Boomsma?

Geloof & Kerk    zaterdag, 9 december 2006    
Ds Pieter Boomsma: gedreven door Christus' liefde

Nijverdal - ,,Reformatorisch, met een evangelische tik”, zo omschrijft Ds Pieter Boomsma (64) hoe hij staat in het geloof. ,,Ik vind dat een hele gezonde combinatie.” Morgen gaat de in de Sondel geboren predikant, die decennia lang een beeldbepalende persoon is geweest in kerkelijk Nederland, met emeritaat.

LODEWIJK BORN

Relaties met mensen en de persoonlijke relatie met God. Bij een terugblik op de carrière van Boomsma komen die woorden naar voren. Waar hij ook was, altijd kwamen er bijzondere mensen op zijn pad. Soms waren die ook bepalend voor keuzes die hij maakte. Hij trok door de innemende en vlotte persoonlijkheid, die kenmerkend voor hem is, ook mensen aan. Dat was te zien in kerkdiensten, maar ook op catechisatie en in de verschillende organisaties waarvoor hij werkzaam was en is.

Boomsma werd op 25 december 1941 in Sondel geboren in een kruideniersgezin. Zijn vader verloor hij al op zeer jonge leeftijd. Vader Jacobus Johannes (Koos) Boomsma zat in het verzet. Hij was commandant van het district Sneek van de Landelijke Onderduikorganisatie. Op maandag 6 november 1944 werd hij doodgeschoten door de Duitsers. In het weekeinde was zijn vader nog thuis geweest in Sondel. ,, Maandagochtend vertrok hij naar een adres in Sneek. Twee van zijn mensen waren gearresteerd en naar verluid zou hij op het adres meer informatie over die twee krijgen.” Men had echter verzuimd te melden dat het huis inmiddels geconfisqueerd was door de Duitsers. ,,Toen mijn vader aanklopte en een Duitser opendeed, zette hij het op een rennen.” Boomsma werd beschoten en overleed. Moeder Sietske stond er alleen voor, met een vierde kind op komst. ,,Mem heeft ons alleen opgevoed.”
Boomsma ging naar de HBS en wist al gauw wat hij wilde worden: predikant. ,,Het was en ís nog altijd roeping. Ik werd er in bevestigd tijdens mijn studie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Daar kwam ik in contact met de studentenbeweging Ichthus. Trof jongeren die bevlogen waren, een persoonlijk geloof hadden en dat in woorden en daden uitdroegen. Toen wist ik dat ik op de goede weg zat. Ik wilde in het ambt de boodschap uitdragen dat het geloof zo kon zijn.”


Voor de Amsterdamse studietijd was Boomsma nog vier jaar bij de luchtmacht. Studeren in Amsterdam in plaats van Kampen was ,,een logische keuze” omdat hij in Den Helder gelegerd was.
De laatste jaren van zijn studie combineerde Boomsma met de functie van stafwerker bij de studentenkoepel IFES. Hij werd er de eerste betaalde kracht. Op 30 september 1973 werd hij bevestigd in zijn eerste gemeente: Marken. ,,Een plaats waar je je zó thuis voelt dat je op moet passen dat je er niet voor eeuwig blijft. We hebben er nog steeds vrienden.”
Eind jaren zestig, begin jaren zeventig had het evangelisatie- en studentenwerk een belangrijke plaats in de kerken. Boomsma, die daar hart voor had, werd lid van de Deputaten Evangelisatie van de Classis Zaandam. Ds. Hans Eschbach, nu directeur van het Evangelisch Werkverband in de Protestantse Kerk in Nederland, kwam voor 50 procent in dienst van de classis. ,,,Hans Eschbach was toen in dienst van Youth for Christ. Het was een tijd waarin van alles kon. Zo maakten we onder meer voor alle dorpen in de classis een blad met verhalen waarin mensen uit die plaatsen vertelden wat het geloof voor hen persoonlijk betekende. Dat werd huis-aan-huis verspreid! Dat was dertig jaar geleden. Je ziet in de media dat die openheid nu weer terug is.”



Youth for Christ

In 1977 volgde de overstap naar Youth for Christ, waar Boomsma directeur werd. Hij volgde oprichter George Brucks op. ,,Het was een periode van opbouwen van het jongerenwerk. Nieuwe dingen opzetten, zoals een opvangcentrum voor verslaafden. Tegelijk was het ook een tijd van enorme spanning voor YfC. Dat kwam door de acties van het COC. Zij brachten in de pers dat Youth for Christ tegen homo’s was. Wij werden gebruikt in de discussie die op dat moment in de gereformeerde synode werd gevoerd over homoseksualiteit omdat veel YfC-medewerkers een gereformeerde achtergrond hadden.”

Het COC maakte een zwartboek over YfC en er werden complete verhalen verzonnen. Later heeft het COC dat ook toegegeven. Ik moest de hele Nederlandse media te woord staan en veel van wat je zei werd 180 graden verdraaid. En je kon er niets aan doen, want ze kozen de kant van het COC.”

Na vijf jaar directeur wilde Boomsma bewust weer werken in een kerkelijke gemeente. ,,Ik miste het dopen, het pastoraat, het leiden van uitvaarten, etc. In de YfC-periode trouwde ik nog wel eens iemand, maar dat was het dan ook.”
In gereformeerd Stiens kwam hij terecht in een warm bad: een grote Gereformeerde Kerk met 1700 zielen met twee voorgangers. ,,Tegelijk met mij werd collega Van Riessen, een vriend van me, bevestigd. We vormden een heel goed team.” Voor één dag in de week was Boomsma tevens verbonden aan de Gereformeerde Kerk van Hijum-Finkum. ,,Een hele hechte betrokken kerkgemeenschap. ’s Ochtends zaten er honderd in de kerk, ’s middags weer zestig en ze hadden liefst 35 catechisanten.”





Samen op Weg

Via Stiens kwam in 1985 het werk voor de landelijke synode op zijn pad. Collega ds. Schravendeel die in het naburige dorp Ferwert stond, hield op als bestuurslid en droeg vervolgens Boomsma voor. Vanaf 1991 leidde hij het hoogste bestuurlijke orgaan van de GKN. ,,Het waren prachtige jaren. Ik genoot van het bestuurswerk en de internationale contacten die je had. Het was tegelijk ook een spanningsvolle tijd. De Gereformeerde Bond stapte uit het Samen op Wegproces. Ze konden zich niet vinden in hoe de toekomstige kerk er qua structuur uit zou zien. Persoonlijk vond ik die gebeurtenissen wel moeilijk, want ik stond ineens tegenover mensen waarmee ik wel op dezelfde geloofslijn zat.”
Wel was duidelijk dat het Samen op Wegproces niet te stoppen was, blikt de voormalige preses terug. ,,Het ging stap voor stap, maar ik heb nooit getwijfeld of de verenigde kerk er zou komen. Punt was alleen dat we zó graag wilden dat iedereen meeging, maar dat is uiteindelijk niet gelukt. Op 12 december 2003, toen de stemming was geweest in Utrecht, was ik ’s avonds in de Domkerk bij de kerkdienst ter gelegenheid van de kerkvereniging van gereformeerden, lutheranen en hervormden. Wat voor gevoel ik toen had? Zuchtend. Net zoals met een verhuizing. De dozen waren uitgepakt, maar dan moet het werk nog beginnen. Dat is eigenlijk nog niet af. Waar we achteraf gezien gefaald hebben als synode is dat we te weinig oog hebben gehad voor de financiële positie van de kleine kerken en dat de kerk centralistischer is geworden. Toch geloof ik dat de PKN een goede koers volgt. Met ds. Jan-Gerd Heetderks, ds Bas Plaisier en directeur Haaije Feenstra staan er mensen aan het roer die staan voor wat ze zeggen en dat doen vanuit bewogenheid met de Kerk.”


Na Stiens diende Boomsma nog twee gemeenten. Eerst Apeldoorn (1988) waar hij ,,20 collega’s” heeft en vervolgens zijn huidige standplaats Nijverdal (1997). ,,In Nijverdal heb ik twee collega’s en is er één preekplaats.” Dat maakt dat hij ook niet elke zondag hoeft voor te gaan. Preekbeurten had hij echter genoeg. Boomsma wordt nog regelmatig in Fryslân gevraagd. ,,Bijvoorbeeld in Stiens, Warten en Leeuwarden. Ik vind dat wel mooi, zeker als ik dan ook nog in het Fries mag preken.”
Naast het predikantswerk heeft hij altijd tijd vrij gemaakt voor bestuurswerk buiten de kerk. Boomsma is voorzitter van de Stichting Sneek ’40-’45, voorzitter van de Stichting Leprazending Nederland en vice-voorzitter van de Raad van Commissarissen van het Friesch Dagblad. ,,Ook plaatselijk, hier in Nijverdal, zit ik in diverse commissies.”
Niet alleen op de kansel maar ook via boeken en artikelen heeft Boomsma altijd mensen weten te raken. Van zijn hand verschenen verschillende publicaties, zoals Fantastisch geloven (1993); God, van wie allemaal? (1997); Het doet je altijd wat (1999); en bijna 25 jaar columns in Centraal Weekblad. Zijn twee meest recente boeken schreef hij met zijn zoons. Vorig jaar verscheen De Bijbel, wat vind jij?, wat hij schreef met zoon Arie. Het behandelt vragen die jongeren stellen over de Bijbel en God. ,,Onlangs is Weerwoord verschenen. Dat heb ik geschreven met Arie, die wel gelooft, en met Klaas, die stelt dat ie niet kan geloven.” Het boekje past in de lijn van het E0-programma waarin een niet-gelovige en gelovige met elkaar in gesprek gaan. Vandaag wordt tenslotte een bundel van zijn columns gepresenteerd: En dan is het maandag.



Gedreven

Na 33 jaar predikantschap is de gedrevenheid er nog altijd om mensen te vertellen over de Bijbel en Christus. Wel is er een andere gloed gekomen door dingen die hij in werk en privé heeft meegemaakt. ,,Mijn oudste zus Lenie (60) en jongste broer Coos (58) zijn recent overleden. Dat brengt je terug naar het fundament dat onder je geloof zit... Met vijf kinderen - Coos, Arie, Klaas, Sytze en Marije - zijn er ook voldoende zorgen.” Twijfel over God en geloof is er niet, wel is hij milder geworden in zijn opvattingen. ,,Er is meer ruimte in mezelf. Ik merkte dat vorige week nog in een Avondmaalsdienst in Zeeland. Er kwam iemand naar voren waarvan ik wist dat hij grote twijfel had over God. We hadden lopend avondmaal en hij zei: ‘Mag ook deze zondaar komen?’ Ik antwoordde: ‘Jezus was er juist voor de zondaars’. Ik weet niet of ik dat vroeger wel zo makkelijk had gezegd. Toen was ik toch wat strenger.”

Morgen is de afscheidsdienst (14.30 uur). Maar voor volgend jaar staat de agenda al weer aardig vol met predikbeurten. ,,Meer dan ik op het oog had”, grapt Boomsma. ,,Daarnaast kan ik voor mijn gevoel nu echt de bestuursfuncties de tijd geven die ze verdienen en ik hoop wat meer tijd te hebben om te lezen en te schrijven. Het mooiste is dat ik straks zelf kan kiezen wat ik wil doen. Die vrijheid is kostbaar.”