Frans Horsthuis was dorpspastoor. Hij raakte overtuigd van de noodzaak om het voorbeeld van zijn naamgenoot Franciscus (van Assisi) te volgen en gaf al zijn bezittingen weg. Als rondtrekkend pastor is hij nog tientallen jaren voor veel mensen tot zegen geweest. Nu is hij 91 jaar en heeft weer vast onderdak (en AOW sinds hij 80 is). Echt een man die, in de navolging van Jezus, dwars in ging tegen de trend van het consumeren.

 

En onze premier, gevolgd door de fractieleider van de PvdA, vraagt ons om het geld te laten rollen. Het geld, dat voor een deel minder beschikbaar is door hogere belastingen en waarvan velen toch al niet teveel hebben.

De spagaat waar wij in zitten is, dat we enerzijds de economie die er is, gaande moeten houden en anderzijds eindelijk eens serieus werk moeten maken van ons rentmeesterschap. De aarde levert niet onuitputtelijk wat wij denken nodig te hebben. De Bourgondische levensstijl, de pogingen om het toch vooral leuk te hebben op dit ondermaanse, het vernield niet alleen onze gezondheid, maar ook de schepping. Daarbij leidt het tot frustratie, want ‘meer is nooit genoeg’.

De kunst van het genieten is niet afhankelijk van consumeren, maar van verwondering en van vreugde om wat er al is.

Reken maar dat Frans Horsthuis met dankbaarheid terugkijkt op zijn sobere levensstijl; dankbaar voor al die mensen die hij heeft ontmoet en met wie hij God heeft mogen zoeken.

Wat zou het ons helpen wanneer we ons niet afvroegen hoeveel wij moeten geven en delen, maar hoeveel we van wat we hebben voor onszelf mogen gebruiken.