‘Toevallig’ was ik dit jaar een paar keer niet ver van Syrië. Eerst met een gezelschap in Oost – Turkije. Terwijl wij daar in alle rust genoten en rondkeken, kreeg een aantal mensen sms – berichten vanuit Nederland. Buitenlandse Zaken had laten weten dat men toch wel tenminste 50 kilometer van de grens moest blijven vanwege de dreiging. Het zal allemaal wel, maar wij merkten niets en de bevolking van Antakya (vroeger Antiochië) maakte niet bepaald de indruk zich ergens zorgen over te maken, al was de afstand volgens Nederlandse bronnen niet verantwoord.

En nu ben ik net terug van familiebezoek in Israël. Ook daar, zowel in Tel Aviv en omgeving als in de buurt van de Golan, was niets te merken van ongerustheid. Beelden van mensen die een nieuw gasmasker haalden waren te zien op de Nederlandse televisie. Je zou er van rillen, maar van niemand daar hoorde ik dat men zich zorgen maakte. Ook daar ging het leven vrolijk verder met werk, strand en falaffel. Men vroeg zich wel af wat er in het buurland nog meer zou gaan gebeuren, maar daar bleef het dan ook bij.

Wij zijn een samenleving geworden waarin schijnbaar alle risico moet worden vermeden en alles moet worden geregeld. Zelfs voor de stranding van een bultrug moest er een protocol komen. Hoe vaak komt zoiets voor? Het lijkt alsof iedere politiek verantwoordelijke bang is om ergens ooit op te worden aangesproken. Hoe veilig kun je het leven maken?

Ik huiver, als ik denk aan wat ons nog te wachten kan staan. Verplichte fietshelm en zo. De oude spreuk: ‘Mens, durf te leven’, spreekt mij meer aan dan al dat benauwde gedoe en sensationele Tv – beelden.