We zijn een wonderlijk volkje. Aan de ene kant mopperen we met veel enthousiasme op de politiek, aan de andere kant verschijnen er allerlei berichten dat het moeilijk is om mensen te vinden voor de verkiezing van de gemeenteraden. Terwijl dat toch het politieke speelveld is waar we heel direct mee te maken hebben. Zeker nu het aantal taken van deze raden binnenkort fors toeneemt.

Komt dit door het steeds grover populistisch geweld waar men zich niet aan wil blootstellen? Zou het komen door het gevoel dat besturen, ook lokaal, steeds meer een zaak voor beroepskrachten wordt? Ik merk wel, dat in dit laatste een gevaar schuilt. Mensen, die al lang op een bestuurdersstoel stoel zitten, kunnen een houding krijgen van ‘ik weet het, ik ken de details’. Toch is het van groot belang om als burger mee te leven en betrokken te zijn en te blijven. En wanneer de arrogantie van de macht lijkt te groeien, zullen we daar stevig en duidelijk tegenin moeten gaan.

Vandaag had ik een gesprek met een ‘andersgelovige’. Welk geloof doet er even niet toe. De stichter van zijn godsdienst heeft bij de start nogal wat geweld gebruikt en zien gebruiken. Christenen hebben daar ook een flinke hand van gehad trouwens. Maar de vergelijking tussen deze stichter en Jezus is groot. Volgens mijn gespreksgenoot zou daaruit blijken, dat Jezus niet echt een heel belangrijke vertegenwoordiger van God heeft kunnen zijn. Waarvan akte. Niet door kracht of geweld wordt de wereld gewonnen en goed bestuurd, maar door dienstbaarheid allereerst. Hoe meer verantwoordelijkheid, hoe meer verantwoording er moet worden afgelegd. Maar het begint bij onszelf. Wie een stem verloren laat gaan in maart, geeft blijk van onverantwoorde zorgeloosheid.