Al eeuwen geleden verscheen er een boek met de titel ‘De vrijheid van de christenmens’. Zijn we veel opgeschoten sindsdien?


In de kerk niet echt. In de ene kerk wordt niemand meer ergens op aangesproken; in de andere is de sociale controle zodanig, dat geloof een cultureel iets lijkt te zijn geworden. In ‘vrije’ gemeenten wordt de christelijke vrijheid hier en daar hoog geprezen. Maar wie even verder kijkt, huivert van alle regeltjes die er gelden en van de angst voor wat niet ‘eigen’ is. Onvrijheid ten top. Er is zelfs een klein kerkgenootschap waar men leert zich verre te houden van alles wat ‘anders’ is. Immers, wie in aanraking komt met iets dat of iemand die onrein is (dat is ook: anders gelovig), wordt daardoor zelf onrein. Dus: raak niet, smaak niet, roer niet aan. Regels, regels, regels!

In de verdere samenleving is het niet veel anders. Waarom mag een baas van een kleine kroeg niet zelf kiezen of hij een rooktent of een niet-rokentent wil? Big Mamma controleert bij het leven. Voor ons bestwil worden we meer en meer ingepakt. Straks nog de verplichte fietshelm?

Hoever kan en mag de bezorgdheid gaan? Lobbygroepen lijken hun uiterste best te doen om steeds meer zaken verboden te krijgen. Het resultaat is, dat we elkaar een houding aanleren waarin eigen verantwoordelijkheid nauwelijks meer een rol speelt. En dan dreigt daardoor nog het spook van de Amerikaanse toestanden. Zodra er iets gebeurt, storten de letselschadeadvocaten zich op de betrokkenen. Niet snel geholpen? Schadevergoeding vragen, want je voelt je zielig. Die opmerking van onze premier, die over de VOC – mentaliteit, was zo gek nog niet. Het tegenbeeld is immers Jan Salie (ken je hem nog?). Laten wij maar leren om zelf voor ons bestwil te zorgen. En vooral voor elkaars bestwil.