Een persoonlijke ontboezeming. In mijn jeugd werd er thuis niet over politiek gesproken Wel hing er rond een verkiezing een biljet van de ARP op een raam. Met alle missers die er waren en vermoedelijk ook mijn tekort aan informatie over het gedrag van deze partij, ben ik zo langzamerhand – de laatste jaren – steeds meer geneigd er veel respect voor te hebben. Het was een partij voor ‘de gewone christen’. Arbeiders, ambtenaren en middenstanders vooral. Kerkelijk betrokken. Maar vooral: met een antenne voor gerechtigheid (zij het niet altijd, het wás er). In de 2e Wereldoorlog bestond het verzet voor een heel groot deel uit communisten en protestanten. Elke partij had daarbij een eigen motivatie, maar je inzetten tegen het Kwaad was voor ieder een roeping, evenals het helpen van wie geen helper had.

Ik ben geen kenner, maar volg wel zo goed mogelijk het gebeuren op het politieke erf. Mijn afkeer van het neoliberalisme en de daarbij horende marktwerking is steeds sterker geworden. Want de groei van het individualisme (de ik – gerichtheid en de graaicultuur) zie ik als bedorven resultaat daarvan. Hoe zullen we ooit zinvol zorgen voor een beter klimaat wanneer bij velen de houding is: als IK maar aan mijn trekken kom, ik doe wat voor mij goed is.

Klinkt het somber? Dat is niet mijn bedoeling. Maar ik zit wel met de vraag wat mijn bijdrage kan zijn in het gevecht voor het goede. Stemgedrag, levenshouding. Kortom: welke weg zou Jezus gaan in deze tijd?