Columns

Logerend bij een vriend, gingen we op zondag naar de kerk. Ruim duizend aanwezigen schat ik. Naar mijn idee smeekte de dominee de mensen haast om aan tafel te komen. Uiteindelijk waren dat er ongeveer vijf.

Binnen de PKN is er zoveel huiver niet gelukkig, maar hoe komen we aan onze ideeën over de viering van de maaltijd van de Heer? Ik ga hierover niet een historisch of liturgisch verhaal schrijven. Het zijn wat gedachten en vragen en naar ik hoop ook wat mogelijkheden.

De tucht rond de viering lijkt er niet meer te zijn. Dat is enerzijds positief. Die ouderling, die als tafelwacht functioneerde, zal het zelden of nooit in het hoofd hebben gehaald om iemand terug te sturen. Aan de andere kant, is het wel zo dat het mijns inziens geen kwaad kan om er op te wijzen dat deze geloofversterkende viering samen moet gaan met het besef dat het gaat om een keuze. Wie niet van zins is om de navolging van Jezus serieus te willen nemen, moet zich afvragen of meedoen aan dit ritueel van verbondenheid met de Heer en elkaar wel verstandig is.

Een ritueel is het natuurlijk. Door Jezus zelf aangereikt. Maar wat hebben wij er van gemaakt? Paulus zit ons wat dat betreft dwars. Zijn opmerkingen over ‘op onwaardige wijze eten en drinken’ (1 Korintiërs 11) slaan op asociaal gedrag, waarbij wie veel heeft, veel eet en niet deelt met wie weinig heeft.

In de meeste gevallen is het ritueel bij ons beperkt tot vier of zes kerkdiensten per jaar. Er wordt nogal verschillend gedacht over die frequentie. Moet het vaker? Elke zondag? In sommige andere kerkgenootschappen gebeurt dat, maar slijtage en gewoontevorming liggen dan zeker op de loer. Het lastige is, denk ik, dat wij ons vieren, als is er best variatie, behoorlijk in beton hebben gegoten. De reden daarvoor ligt in het verleden en hoe er destijds over de viering van het Avondmaal werd gedacht. Maar kan het ook anders?

En dan bedoel ik niet zittend, lopend of in een kring. Waar het mij om gaat is, dat wij protestanten meer rituelen nodig hebben en dat deze maaltijd zich daar misschien wel heel goed voor leent.

Het gaat om gedenken. Het gaat om wat Jezus Christus voor ons heeft gedaan en hoe wij daarop reageren. Moeten we dat beperken tot en paar keer per jaar? Moeten we dat beperken tot de gezamenlijke eredienst?

Mijn dochter is getrouwd met een (gematigde) Jood. Zodoende maakten wij in de praktijk kennis met de joodse vieringen in huiselijke kring. Schitterende oude rituelen, die de deelnemers betrekken bij de hoogtepunten van het geloof en van de gang van het jaar. Rituelen, die betrekken bij de Heer en bij waar het voorgeslacht voor stond.

Zou het dan ook niet mogelijk zijn dat wij vormen ontwikkelen die dan misschien wel niet direct een avondmaalsviering zijn, maar die daarnaar wel verwijzen? Waarom niet als gezin op zondagmorgen (of ’s avonds wanneer het volk laat thuis kwam) samen brood breken en delen, met een mooie tekst, lied of gedicht? Waarom niet als gespreks- of Bijbelkring het seizoen afsluiten met een liturgisch vormgegeven maaltijd? En hebt u wel eens meegemaakt dat er rond het bed van een ernstige zieke Avondmaal werd gevierd? Samen met gezinsleden en vrienden? Indrukwekkend en geloofsversterkend is dat.

Met wat we ‘in huis’ hebben, kunnen we veel meer doen. Stel je voor dat je samen Avondmaal viert (en waarom zou dat niet kunnen?) wanneer een kind het huis uit gaat. Hoe verbindend kan dat wel niet zijn?

Waar de geloofspraktijk – ook in het gezin – slijtage vertoont, wordt het tijd om op een creatieve manier te zoeken naar zinvolle vormen. Zou het vieren van het geloof met behulp van brood en beker daar niet mogelijkheden voor bieden?

Subcategorieën

Informeert en inspireert betrokken kerkmensen
Reveil: onafhankelijk, kritisch, scherpzinnig en interkerkelijk