Communicatie is een ingewikkeld iets. Kortgeleden hoorde ik een dichter voorlezen uit eigen werk. In één van zijn gedichten noemde hij de zendmast voor mobiele telefonie een ‘toren van Babel’. En ik dacht: Hij heeft in veel opzichten gelijk. Hoe veel woorden worden er niet gespuid die niet, half of zelfs verkeerd overkomen. Hoe vaak praten mensen langs elkaar heen. Hoe vaak worden er woorden gebruikt die voor spreker en hoorder een verschillende betekenis hebben. Neem het woord ‘vader’. De één gebruikt het met goede herinneringen aan de man, terwijl het voor de hoorder een klank kan hebben van afstandelijkheid, van verwarring of zelfs van pijn.

En dan de communicatieve bereikbaarheid; het eindeloos gepraat via het mobieltje. Scholieren en treinreizigers die en masse het apparaat aan het oor hebben op weg naar waar dan ook.

Zelf ben ik een aantal dagen geleden mijn mobiel kwijtgeraakt. Eerst ervaar je het als een kleine ramp, maar na enkele dagen telefoonstilte blijkt het verademend rustig om niet constant gestoord te kunnen worden of menen te moeten storen.

Erger – en ook dat is een communicatieprobleem – is het verlies tegelijkertijd van mijn agenda. Waar ik zondag a.s. moet preken weet ik nog wel, maar daarna? Tot in december 2012 tast ik nu grotendeels in het duister. Het zou dus kunnen zijn dat u mij op de kansel verwacht op een zondag, maar dat ik met de handen in het haar thuis zit. Uiteraard probeer ik van alles om het probleem op te lossen, maar wie garandeert mij dat me dat volledig lukt?

Maar terug naar het gesproken woord. De gebeurtenissen van de laatste tijd deden mij weer nadenken over de communicatie met God – met Wie ik uiteraard ook mijn probleem met mijn agenda deel. Het bijzondere van het spreken met God is, dat er gewoonlijk niet een rechtstreeks antwoord komt. Toch kun je – en dat is denk ik een zaak van geloof – het sterke vertrouwen hebben dat je woorden niet klinken in het luchtledige, maar op de één of andere manier aankomen, worden opgevangen en verstaan. Heel bijzonder.

En het geschreven Woord. ‘Bijbelgebruik is omgang met God’, leerde ik ooit van professor Gispen, hoogleraar Hebreeuws aan de Vrije Universiteit. Dus, als dat zo is en ik denk dat het zo is, dan is het lezen, overdenken en voor zover mogelijk verwerken van wat je leest, communicatie met je Schepper. Maar omdat er geen directe interactie is en dit proces geduld en aandacht vraagt, lopen wij het risico dat wat we lezen langs ons heen glijdt. Dan zullen we langzaam maar zeker verder wegzakken en wordt het gebruik van de Bijbel een steeds leger ritueel.

Maar het kan anders. Met God en tussen mensen. Aandachtig luisteren naar God en naar elkaar en met zorg zoeken naar het zo verstaanbaar mogelijk zijn in onze communicatie valt natuurlijk te leren.

Maar goed, mocht u preekvoorziener zijn en een afspraak met mij hebben gemaakt: Communiceer even deze kant op alstublieft.