Het is een onderwerp dat de gemoederen al snel verhit. Het komt ter sprake in doopgesprekken en catechese. Het is voor critici iets waarmee men soms denkt te kunnen scoren. En in de meeste gevallen blijkt dat men nauwelijks een idee heeft van de zaak waar men over praat. Soms denk ik dat men zo gruwt van de gedachte alleen al dat men het ook niet wil weten. En welke gedachte dat is? Deze: de mens is een rommelaar, écht niet alleen geneigd tot het goede, maar ook tot kwade zaken. En dat zit er voor een deel al in vanaf de geboorte.

Wie zo denkt, wordt al snel afgeschilderd als een som­berman. Als iemand zonder vertrouwen in de mensheid. Natuurlijk zijn er foute mensen en mensen die foute dingen doen. Maar – is de redenering van velen – dat komt dan waar­schijnlijk doordat er later in hun leven iets is misgegaan. Een baby is toch een volkomen onschuldig wezen? En de meeste mensen zijn toch gewoon aardig en van goede wil? Wie gelooft er in erfzonde?


‘Fout’
Deze gedachtespinsels kwamen bij mij boven toen iemand mij vertelde over de gevolgen van een tentoonstelling in Westerbork. Er zijn daar foto’s te zien van mensen die in de oorlog een ‘foute keus’ hebben gemaakt en lid waren van de NSB. Foto’s met naam en toenaam. Dat betekent dat mensen die tot nu toe hadden gezwegen over hun verleden, nu bekend worden als mensen die ooit ‘fout’ waren. Het betekent dat (onschuldige) kinderen nu in hun omgeving worden gecon­fronteerd met wat hun ouders vroeger (misschien heel naïef) hoopten. Dat laatste is waar: veel van deze mensen hoopten op een beter leven.
Nooit zal ik het moment vergeten dat, kort na een verhui­zing, een buurman bij mij kwam omdat hij wilde dat ik zijn verhaal kende. In de dertiger jaren was hij de oudste in een groot en arm gezin. Zijn vader dacht dat de NSB een betere toekomst zou brengen en werd lid. Tijdens de oorlog heeft de man niets gedaan dat anderen schade toebracht. Maar zodra de oorlog voorbij was, werd hij samen met zijn zoon van veer­tien opgepakt en naar kamp Amersfoort gebracht. Hoe zij daar behandeld werden, kon dat kind van toen nog nauwelijks ver­tellen, zo veel emotie maakte het los.

Ingebakken
Je krijgt dus heel wat mee wanneer je op de wereld komt. In je karakter, je genen en in je geschiedenis. Zelfs al ben je er nog maar net, de dood zit al in je lijfje ingebakken. Een nare gedachte, waar je ook niet te veel bij stil moet staan, maar het is natuurlijk wel de werkelijkheid. Je nationaliteit krijg je mee en je familienaam. Wat ooit je ouders aan keuzen maakten, is voor jou van groot belang. Hoe bepalend zijn die zaken wel niet voor wie je bent en voor hoe je leeft. En dan hebben we het nog niet eens over alles wat er in je genen zit.
Na afloop van een kerkdienst vertelde een oudere heer mij eens, dat hij zich had afgevraagd bij het horen van mijn naam of ik wellicht een kleinzoon zou zijn van… ‘Maar’, zei hij, ‘toen ik je de kerk binnen zag lopen wist ik het al. Je loopt net zoals je grootvader liep.’
Toen onze oudste, die toen een jaar of zes was, mee was naar een dienst in Rotterdam, merkte iemand op dat hij spre­kend leek op een vroeger buurjongetje. Toen ik hem vroeg hoe dat jongetje heette, was het antwoord: Coos Boomsma. Zo heet mijn zoon ook. De buurjongen bleek de zoon te zijn van een oudoom van me.

Schrijnen
Een mens krijgt heel wat mee. Onschuldige dingen, gewoonten, talenten en – in ieder geval voor een deel – het karakter. En de omstandigheden waarin je geboren wordt? Welke rol spelen die? Het maakt nogal wat uit of je begint in Nederland of in een sloppenwijk in India of Zuid-Amerika.
Pijnlijker is het, wanneer je zaken hebt meegekregen die schrijnende wonden hebben veroorzaakt. Maar zelfs dan is er de vraag of je die wonden draagt, of dat die wonden je leven bepalen. Een mens krijgt heel wat mee. En je hebt een heel leven nodig om ermee te leren omgaan. Van nature is de mens een rommelaar, maar zij en hij kunnen wel af- en bijleren toch?
Wat er in Westerbork gebeurt lijkt mij pijnlijk. Toch blijf ik zitten met de vraag of het niet beter is om je fouten uit het verle­den niet te verbergen. Dan kun je laten zien dat je ervan geleerd hebt. g
Pieter Boomsma is
emeritus predikant (PKN).